Wet kwaliteitsborging voor het bouwen
Met dit wetsvoorstel wordt een nieuw stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen geïntroduceerd, waarbij voor bepaalde categorieën bouwwerken gebruik dient te worden gemaakt van toegelaten instrumenten voor kwaliteitsborging om te waarborgen dat aan de bouwtechnische voorschriften kan worden voldaan. Voorts wordt voorzien in enkele wijzigingen van het Burgerlijk Wetboek ter versterking van de privaatrechtelijke positie van de bouwconsument.
Consultatie gegevens
Publicatiedatum | 25-06-2014 |
---|---|
Einddatum consultatie | 15-09-2014 |
Status | Resultaat gepubliceerd |
Type consultatie | Wet |
Organisatie | Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Ministerie van Justitie en Veiligheid |
Onderwerpen | Bouwen en verbouwen |
Publicatie reacties
Reacties worden gepubliceerd nadat de consultatie is gesloten. Alleen die reacties worden gepubliceerd waarvan is aangeven, door de inzender, dat deze openbaar mogen zijn.
Doel van de regeling
Verbetering van de kwaliteitsborging voor het bouwen en versterking van de positie van de bouwconsument.
- Verslag over de resultaten van de consultatie
Resultaten en bevindingen van de consultatie
- Concept regeling
Ontwerp wetsvoorstel kwaliteitsborging voor het bouwen
- Te wijzigen regeling Burgerlijk Wetboek Bron: wetten.overheid.nl (externe site)
- Te wijzigen regeling Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Bron: wetten.overheid.nl (externe site)
- Te wijzigen regeling Woningwet Bron: wetten.overheid.nl (externe site)
- Te wijzigen regeling Wet op de economische delicten Bron: wetten.overheid.nl (externe site)
- Ontwerp toelichting
Memorie van toelichting ontwerp wetsvoorstel kwaliteitsborging voor het bouwen
Doelgroepen die door de regeling worden geraakt
- Initiatiefnemers in de bouw, zoals opdrachtgevers, aanvragers omgevingsvergunning voor het bouwen, consumentenorganisaties, projectontwikkelaars en woningcorporaties, architecten, aannemers, installatiebedrijven en andere toeleverende en dienstverlenende bedrijven in de bouwsector. Voor het bouwen van bepaalde bouwwerken dient gebruik te worden gemaakt van toegelaten instrumenten voor kwaliteitsborging.Door de verantwoordelijkheidsverdeling voor de bouwkwaliteit scherper bij bouwbedrijven te leggen, wordt aangesloten bij de ontwikkelingen in de bouwsector van de afgelopen periode. Daarbij hebben bouwende partijen zelf de kennis, ervaring en mogelijkheden in het bouwproces om een goede bouwkwaliteit te waarborgen. Op deze wijze zal de met dit wetsvoorstel beoogde verbetering van de kwaliteitsborging de situatie herstellen waarbij de bouwsector zelf expliciet verantwoordelijk is voor de bouwkwaliteit. Een nieuw stelsel van naleving, toezicht en handhaving en aansprakelijkheid zal meer prikkels aan de bouwsector moeten geven om kwalitatief goede bouwwerken op te leveren.
- Het bevoegd gezag, veelal gemeenten, in het kader van de verlening van een omgevingsvergunning voor het bouwen en de veiligheidsregio’s als adviseur van het bevoegd gezag op het gebied van brandveiligheid. In het nieuwe stelsel toetst gemeente bij de beoordeling van aanvragen om een omgevingsvergunning of bij het toezicht op de naleving van de bouwvoorschriften niet langer aan de bouwtechnische voorschriften.
Verwachte effecten van de regeling
Het wetsvoorstel heeft gevolgen voor burgers en bedrijven. Bij de aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen hoeven niet langer gegevens te worden verlangd waaruit blijkt dat het bouwwerk voldoet aan de bouwtechnische voorschriften. Aangetoond moet worden met welk toegelaten instrument en met welke gerechtigde kwaliteitsborger wordt gewerkt.
Het wetsvoorstel brengt extra nalevingskosten met zich mee voor bedrijven die aan kwaliteitsborging doen, omdat zij kosten zullen maken voor het ontwikkelen van instrumenten die aan de wettelijke criteria dienen te voldoen om tot het stelsel toegelaten te worden. Daarnaast is een vermindering van de nalevingskosten voorzien, omdat niet langer alle huidige gegevens en bescheiden waaruit blijkt dat het bouwwerk zal voldoen aan de bouwtechnische voorschriften hoeven te worden overgelegd. Ook hoeft niet voor elke bouwtechnische wijziging van het bouwplan een wijziging van de vergunning te worden aangevraagd.
Het voorstel heeft verder gevolgen voor gemeenten, bevoegd gezag ten aanzien van de omgevingsvergunning voor het bouwen. Zij toetsen in het voorgenomen stelsel niet langer aan bouwtechnische voorschriften en zij houden geen toezicht meer op het bouwen tijdens de bouw wat betreft de naleving van die voorschriften. In plaats daarvan toetsen zij of toegelaten instrumenten voor kwaliteitsborging worden toegepast die geschikt zijn voor de risicoklasse van het bouwwerk en of de gekozen kwaliteitsborger gerechtigd is om het instrument toe te passen. Voor het behandelen van vergunningaanvragen zijn dus minder ambtenaren met een bouwtechnische achtergrond nodig zijn. Gemeenten houden bij vergunningverlening wel hun taken in het kader van de toetsing aan bestemmingplannen, bouwverordening, welstand en omgevingsveiligheid. Een groot deel van de werkzaamheden in het kader van de vergunningverlening voor het bouwen zal dus blijven bestaan. Gemeenten houden ook het toezicht en de handhaving voor de bestaande voorraad.
Doel van de consultatie
Met deze consultatie wordt een ieder uitgenodigd een reactie te geven op het wetsvoorstel. De reacties zullen worden betrokken bij de nadere uitwerking van het wetsvoorstel.
Op welke onderdelen van de regeling wordt een reactie gevraagd
Alle onderdelen van het wetsvoorstel.