Wijziging voorschriften voor zwembaden en andere badinrichtingen
De regels voor zwembaden, peuterbaden, zwemvijvers en andere zogeheten badinrichtingen zijn sterk verouderd en worden daarom geactualiseerd.
Consultatie gegevens
Publicatiedatum | 18-09-2014 |
---|---|
Einddatum consultatie | 03-11-2014 |
Status | Regeling in werking getreden |
Type consultatie | AMvB |
Organisatie | Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat |
Onderwerpen | Recreatie |
Publicatie reacties
Reacties worden gepubliceerd tijdens de loop van de consultatie. Alleen die reacties worden gepubliceerd waarvan is aangeven, door de inzender, dat deze openbaar mogen zijn.
Doel van de regeling
Doel van de wijziging van het ontwerpbesluit hygiene en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (Bhvbz) is om de gezondheid en veiligheid van de gebruikers van badinrichtingen op een adequate manier te beschermen, terwijl de exploitant meer ruimte en mogelijkheden krijgt om zijn bedrijfsvoering zo optimaal en efficiënt mogelijk in te richten.
- Verslag over de resultaten van de consultatie
Toelichtingstabel ministerie op consultatie
- Concept regeling
Besluit houdende wijziging van het Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden
- Ontwerp toelichting
Nota van toelichting
Doelgroepen die door de regeling worden geraakt
Het onderhavige besluit heeft gevolgen voor de volgende belanghebbenden:
- houders van openbare en semi-openbare badinrichtingen (niet zijnde zwemlocaties);
- bestuursorganen: de provincies (in hun rol van uitvoerder, toezichthouder en handhaver) en gemeenten (in hun rol van eigenaar/exploitant).
Het besluit is gericht op bescherming van de gezondheid en veiligheid van de gebruikers van badinrichtingen.
De voorschriften richten zich tot de houder (oftewel exploitant) van de badinrichting en hebben tot doel om de gebruikers te beschermen tegen risico’s die de badinrichting met zich mee kan brengen voor hun gezondheid en veiligheid. Te denken is aan bijvoorbeeld risico’s die samenhangen met een slechte kwaliteit van het water of de lucht, een gladde vloer of verdrinkingsgevaar.
De kwaliteitseisen voor het zwembadwater worden in overeenstemming gebracht met de huidige inzichten, en er komen kwaliteitseisen voor de lucht in overdekte zwembaden.
In plaats van gedetailleerde voorschriften over bijvoorbeeld de pompcapaciteit en de hoeveelheid vers water die per bezoeker aan het bad moet worden toegevoegd, krijgt de exploitant de vrijheid om zelf te bepalen welke maatregelen hij neemt om de gezondheid en veiligheid van de bezoekers te waarborgen. Hij moet daarvoor een analyse uitvoeren van de diverse risico’s die zijn badinrichting mogelijk voor hen oplevert, bepalen welke maatregelen hij neemt om die risico’s te beheersen en vervolgens die maatregelen uitvoeren.
Om de exploitanten te ondersteunen bij het uitvoeren van de risicoanalyse is een model ontwikkeld: het Risicomodel Bhvbz (op te vragen bij infoparticipatie@minienm.nl omdat het 'nieuwe' bestandsformaat niet uploadbaar is).
Toezicht op de regelgeving wordt – net als nu reeds het geval is - uitgeoefend door de provincie.
Verwachte effecten van de regeling
Voor de exploitant van een badinrichting betekent de nieuwe regelgeving dat hij het badwater - en bij overdekte badinrichtingen ook de lucht - zal moeten (laten) onderzoeken op een aantal nieuwe parameters, die enkele achterhaalde parameters vervangen. Dit brengt ten opzichte van de huidige situatie wat extra analysekosten met zich mee, maar daar staat tegenover dat hij meer vrijheid krijgt in de bedrijfsvoering (wat een financieel voordeel kan opleveren). Verder is de verwachting dat een badinrichting die aan de huidige kwaliteitseisen voldoet, zonder noemenswaardige extra investeringen aan de nieuwe kwaliteitsvoorschriften zal kunnen voldoen.
De exploitant kan de verplichte risicoanalyse zelf uitvoeren, eventueel aan de hand van het Risicomodel Bhvbz (op te vragen bij infoparticipatie@minienm.nl). De exploitant zal daar dan wat tijd in moeten steken. Deze zelfwerkzaamheid heeft als voordeel dat hij een beter inzicht krijgt in de risico’s die zich in zijn badinrichting (kunnen) voordoen, en in de maatregelen die genomen kunnen worden om die risico’s te beheersen. Uiteraard kan de exploitant de risicoanalyse ook door een ander (bijvoorbeeld een adviesbureau) laten uitvoeren. De exploitant is vrij in de keuze van de te nemen maatregelen; tal van zogeheten middelvoorschriften (zoals de hoeveelheid per bezoeker toe te voegen vers water) worden uit de regelgeving geschrapt . Daarmee wordt een op de specifieke badinrichting toegesneden aanpak mogelijk en worden ook hindernissen voor innovatie opgeruimd. De uitvoering van de maatregelen kan hij integreren met de beheers-, schoonmaak- en onderhoudsmaatregelen die hij uit andere hoofde toch al neemt.
Voor de gebruiker van de badinrichting betekent de nieuwe regelgeving dat zijn gezondheid en veiligheid op een adequate wijze geborgd zijn.
Op de effecten wordt nader ingegaan in de Nota van Toelichting (algemeen deel) bij het wijzigingsbesluit, in het rapport van SIRA en het rapport van PWT (zie onder Documenten).
Doel van de consultatie
Het doel van deze consultatie is om alle belanghebbenden te informeren over de regelgeving in voorbereiding en hen de gelegenheid bieden een reactie te geven op het concept-besluit.
Op welke onderdelen van de regeling wordt een reactie gevraagd
Op alle onderdelen van het concept-besluit en de bijbehorende nota van toelichting wordt een reactie gevraagd.
Meer informatie
-
Beantwoording 7 IAK vragen
-
Rapport COT risicoanalyse badinrichtingen en zwemlocaties
-
Rapport expertgroep veilig en gezond zwemmen
-
Rapport KLB burgers over zwemwater
-
Rapport KWR naar een nieuwe normstelling voor zwemwater in zwembaden
-
Rapport PWT kosteneffecten kwaliteitseisen herziene versie
-
Rapport sira-toetsing lasten zwemwaterregelgeving
-
RIVM rapport gezondheidsrisico's gerelateerd aan het gebruik van garra-rufavissen
-
RIVM rapport normen en methoden parameters in gewijzigd bhvbz