Wetsvoorstel modernisering vennootschapsbelastingplicht overheidsondernemingen

Dit conceptwetsvoorstel geeft aan hoe de vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen gewijzigd zou kunnen worden. Het bestaande uitgangspunt van 'onbelast, tenzij' verandert in 'belast, tenzij'.

Consultatie gegevens

Publicatiedatum 14-04-2014
Einddatum consultatie 12-05-2014
Status Gesloten
Type consultatie Wet
Organisatie Ministerie van Financiën
Onderwerpen Belasting

Publicatie reacties

Reacties worden gepubliceerd tijdens de loop van de consultatie. Alleen die reacties worden gepubliceerd waarvan is aangeven, door de inzender, dat deze openbaar mogen zijn.

Doel van de regeling

Overheidsondernemingen zijn veelal niet belastingplichtig op grond van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. De met deze overheidsondernemingen concurrerende private ondernemingen zijn dat in beginsel wel. Om die reden hebben verschillende fracties in de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal in het verleden hun zorgen geuit over de mogelijke concurrentieverstoring als gevolg van die vormgeving. Ook heeft de Europese Commissie jarenlang onderzoek gedaan naar de vraag of de Nederlandse vormgeving van de vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen in overeenstemming is met het verbod op staatssteun. Aanleiding voor dat onderzoek van de Europese Commissie waren onder andere klachten van individuele burgers en bedrijven. Inmiddels is gebleken dat de Europese Commissie vindt dat Nederland de vormgeving van de vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen moet aanpassen. Dat heeft zij kenbaar gemaakt door een zogenoemde uitnodiging tot het nemen van dienstige maatregelen.
Dit concept-wetsvoorstel geeft vorm aan de wens van het kabinet om een gelijk speelveld te bereiken en beoogt de in het parlement en bij burgers en bedrijven levende zorgen over mogelijke concurrentieverstoring weg te nemen. Daarnaast geeft het invulling aan de dienstige maatregelen.

Doelgroepen die door de regeling worden geraakt

1) Directe overheidsondernemingen: ondernemingen die onderdeel vormen van publiekrechtelijke rechtspersonen (zoals het Rijk, een provincie, een waterschap, een gemeente, een rijksuniversiteit of een gemeenschappelijke regeling met rechtspersoonlijkheid).
2) Indirecte overheidsondernemingen: privaatrechtelijke lichamen waarvan - kort gezegd - de volledige zeggenschap onmiddellijk of middellijk gelegen is bij uitsluitend één of meer publiekrechtelijke rechtspersonen (zoals besloten vennootschappen, naamloze vennootschappen, stichtingen of verenigingen).
3) Ondernemingen gedreven door met Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersonen vergelijkbare buitenlandse rechtspersonen die Nederlands inkomen genieten.

Verwachte effecten van de regeling

Het conceptwetsvoorstel beoogt een zo gelijk mogelijk speelveld te bereiken tussen private ondernemingen enerzijds en concurrerende overheidsondernemingen anderzijds. Het aantal belastingplichtige overheidsondernemingen zal als gevolg van het voorstel toenemen. De modernisering van de vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen leidt onvermijdelijk tot een toename van zowel de administratieve lasten voor de betrokken overheidsondernemingen als de uitvoeringslast voor de Belastingdienst. Een van de uitgangspunten bij de voorbereiding van dit ontwerp van een wetsvoorstel is dan ook om de toename van uitvoeringskosten en administratieve lasten, voor zover mogelijk en haalbaar, zo beperkt mogelijk te houden.

Doel van de consultatie

Met de consultatie wordt beoogd een reactie te krijgen op:
1) de bruikbaarheid van de systematiek zoals neergelegd in het cenceptwetsvoorstel en
2) de signalering van mogelijke aanvullingen op en/of onjuistheden in het conceptwetsvoorstel.

Op welke onderdelen van de regeling wordt een reactie gevraagd

Belangstellenden kunnen bij hun reactie het gehele ontwerp van het wetsvoorstel betrekken.

Meer informatie