Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 62 Geneesmiddelenwet

Reactie

Vraag1

Ik ben van mening dat de wetswijziging om mondelinge toelichting door een (assistent) drogist te kunnen vervangen door een tablet met onder ondersteuning op afstand, zeer ongewenst is.

Om ongewenste bijwerkingen en interacties te voorkomen is het van belang dat bij het verstekken van UAD geneesmiddelen een goed en op de consument gericht advies wordt gegeven. Er moet voorkomen moet worden dat deze geneesmiddelen te lang worden gebruikt of door iemand waarvoor deze geneesmiddelen ongeschikt zijn, bijvoorbeeld vanwege leeftijd, medicatiegebruik of een medische conditie zoals zwangerschap. Een tablet is hiertoe onvoldoende in staat.

Als eerste omdat niet iedereen beschikt over de vereiste digitale vaardigenheden om dit op een goede manier te doen. Daarnaast zijn in Nederland ruim 2 miljoen mensen functioneel analfabeet waardoor ze niet alleen de informatie op een tablet niet kunnen opzoeken, maar ook de bijsluiter niet kunnen lezen. Voor deze groep is een mondelinge toelichting door een (assistent) drogist cruciaal om het geneesmiddel veilig te kunnen gebruiken.

Maar een argument wat voor een veel grotere groep consumenten geldt is: Je weet niet wat je niet weet. Het actief opzoeken van informatie vereist kennis of in ieder geval alertheid dat deze groep geneesmiddelen mogelijk nadelig kunnen werken voor een specifieke consument. Ik weet uit mijn ervaring als huisarts dat mensen zich hiervan vaak onvoldoende bewust zijn. Met een persoonlijk advies en mondelinge risicowaarschuwingen bij het aanschaffen van geneesmiddelen wordt dat probleem ondervangen.