Wetsvoorstel 1 april aanmelding, toelatingsrecht en recht op studiekeuzeadvies in het mbo.

Reactie

Naam SOMA College (Anke van Bodegom)
Plaats Harderwijk
Datum 31 augustus 2015

Vraag1

Bent u van mening dat de maatregelen uit dit wetsvoorstel bijdragen aan het bereiken van de doelstelling die wordt beschreven in paragraaf 1 van de toelichting, te weten het goed laten verlopen van de overstap van jongeren naar het mbo en het daarbij versterken van de positie van de jongere?
De doelstelling zal slechts ten dele gehaald worden omdat er een grotere kans is dat jongeren zich inschrijven bij een opleiding die niet past bij hun mogelijkheden waardoor de kans op uitval vergroot wordt. Dit wordt nu ondervangen door een zorgvuldige toelatingsprocedure waarin deze jongeren het advies krijgen zich elders aan te melden.
Bij opleidingen met een beperkte capaciteit mogen geen aanvullende eisen worden gesteld, slechts de inschrijfdatum (1 april) is van belang. Dit betekent dat er een reële kans is dat gemotiveerde, voor het vak bekwame jongeren niet in de opleiding van hun keuze terecht komen. Deze groep jongeren loop daarmee het risico buiten de boot te vallen.

Vraag2

Voorliggend wetsvoorstel introduceert een aanmelddatum voor het mbo van 1 april. Dit houdt in dat alle jongeren die zich willen aanmelden voor een mbo-opleiding, dit uiterlijk op 1 april voorafgaand aan het betreffende studiejaar doen. Wat vindt u van het voorstel om een vroegtijdige aanmelddatum in te voeren en wat vindt u in dat verband van de datum van 1 april?
Dit is een goed voorstel. Het geeft MBOscholen meer ruimte om het toelatingsproces soepeler te laten verlopen

Vraag3

Om de kans te verkleinen dat een jongere bij de overstap tussen vo en mbo uit het zicht verdwijnt en niet begeleid kan worden naar een (tijdige) aanmelding, verplicht dit wetsvoorstel de uitwisseling van een beperkt aantal gegevens betreffende de aanmelding van jongeren tussen scholen, instellingen en gemeenten. Deze plicht en de doelgroep van jongeren die het betreft, wordt uitgewerkt in paragraaf 2.1.2 van de toelichting.
Wat vindt u van deze verplichting om de jongeren in beeld te houden bij de overstap? Ziet deze verplichting toe op de juiste doelgroep?
Op zich is dit een goed voorstel maar lastiger te realiseren voor landelijk opererende scholen. De door RMC’s opgezette systemen zijn regionaal ingericht en vaak per regio verschillend. Om een enorme toename van de administratieve last te voorkomen moet er een goed informatiesysteem komen waarin gegevens op eenvoudige wijze uitgewisseld kunnen worden. De ervaring leert dat de ontwikkeling en de implementatie van een dergelijk systeem veel investeringen vragen hetgeen het risico met zich meebrengt dat de systemen niet tijdig zijn ingericht

Vraag4

Wat vindt u van de invoering van een recht op een studiekeuzeadvies voor studenten die zich uiterlijk op 1 april aanmelden voor een mbo-opleiding?
Op zich is dit een goed initiatief maar de praktische uitvoerbaarheid geeft problemen voor bijvoorbeeld vakinstellingen. Dit recht is voor een vakinstelling moeilijk te realiseren omdat de kennis en expertise ontbreekt om een goed studieadvies te kunnen geven buiten de eigen sector. Vakinstellingen richten zich op een bepaalde sector en binnen een dergelijke sector soms ook nog op een nichemarkt. Van vakinstellingen mag daarom niet verwacht worden dat zij bij twijfel van de jongere over opleiding of beroep een weloverwogen studieadvies te geven wat verder reikt dan de door de school geboden opleidingen

Vraag5

Hoe beoordeelt u de invoering van een toelatingsrecht voor iedere student die zich aanmeldt voor een mbo-opleiding op niveau 2, 3 of 4 en die aan de vooropleidingseisen voldoet?
Dit toelatingsrecht is funest voor vakinstellingen die vaak een beperkte capaciteit hebben en binnen hun sector tot de top willen behoren. Hieraan ontlenen de vakscholen immers hun bestaansrecht en kunnen zij inspelen op de behoefte van het bedrijfsleven om hoog gekwalificeerde toekomstige werknemers op te leiden.
Bij een beperkte capaciteit ligt het voor de hand dat de beschikbare plaatsen toegedeeld worden aan studenten die de meeste kans hebben de opleiding succesvol te doorlopen. Dit zijn over het algemeen de jongeren die een goed beroepsbeeld hebben, goed gemotiveerd zijn en zich onderscheiden op een aantal voor de opleiding relevante kenmerken. In dit wetsvoorstel geldt alleen het tijdig inschrijven als criterium

Vraag6

Wat vindt u ervan dat dit toelatingsrecht zodanig is afgebakend dat mbo-instellingen de mogelijkheid hebben om studenten te weigeren die:
-In de afgelopen drie jaar al aan drie verschillende opleidingen ingeschreven zijn geweest of
-In de afgelopen zes jaar gedurende drie aaneengesloten jaren ingeschreven zijn geweest zonder diploma te halen?
mee eens

Vraag7

Wilt u nog op andere onderdelen van dit wetsvoorstel reageren?
Het voorstel houdt onvoldoende rekening met het specifieke karakter van de vakinstellingen. Deze scholen hebben over het algemeen een beperkt opleidingsaanbod en een beperkte capaciteit. Zij hebben niet de mogelijkheid om studenten door te verwijzen naar andere sectoren binnen de school waardoor voortijdige uitval ook echt uitval wordt. Dit voorstel zal leiden tot nadelige effecten voor de vakinstellingen. Denk hierbij aan kwaliteitsverlies, nivellering en hogere uitval.