Wetsvoorstel 1 april aanmelding, toelatingsrecht en recht op studiekeuzeadvies in het mbo.

Reactie

Naam ROC-WB (L. Mouws)
Plaats Zundert
Datum 13 september 2015

Vraag1

Bent u van mening dat de maatregelen uit dit wetsvoorstel bijdragen aan het bereiken van de doelstelling die wordt beschreven in paragraaf 1 van de toelichting, te weten het goed laten verlopen van de overstap van jongeren naar het mbo en het daarbij versterken van de positie van de jongere?
De maatregelen uit dit wetsvoorstel dragen NIET bij aan het goed laten verlopen van de overstap van jongeren naar het mbo. Door de jongeren toelatingsrecht te geven en ze daarmee het laatste woord te geven bij inschrijving loop je het risico op meer problemen bij de overstap. Leerlingen kunnen het advies vanuit het vmbo en vanuit het mbo gemakkelijk naast zich neerleggen, waarmee de kans op uitval na inschrijving ook toeneemt.

In februari/maart is nog onvoldoende duidelijk hoeveel plaatsen per opleiding beschikbaar zijn. Dit heeft o.a. te maken met de onduidelijkheid over beschikbare stage-plaatsen en de beschikbare formatie

Vraag2

Voorliggend wetsvoorstel introduceert een aanmelddatum voor het mbo van 1 april. Dit houdt in dat alle jongeren die zich willen aanmelden voor een mbo-opleiding, dit uiterlijk op 1 april voorafgaand aan het betreffende studiejaar doen. Wat vindt u van het voorstel om een vroegtijdige aanmelddatum in te voeren en wat vindt u in dat verband van de datum van 1 april?
Ook na 1 april blijven leerlingen zich aanmelden. Ik verwacht niet, dat je van bovenaf kunt opleggen dat alle leerlingen vanuit het vo zich uiterlijk op 1 april aangemeld hebben. Ik sta positief tegenover het stimuleren van vervroegde aanmelding en het vroegtijdig uitwisselen van gegevens tussen vo en mbo. Je zult de scholen hier dan wel de ruimte en de middelen voor moeten geven.

Voor de leerlingen die zich ná 1 april aanmelden geldt eenzelfde en gezamenlijke verantwoordelijkheid. Wel kan het zijn, dat opleidingen op een bepaald moment vol zitten. Je zult dit wel tijdig en transparant moeten communiceren.

Vraag3

Om de kans te verkleinen dat een jongere bij de overstap tussen vo en mbo uit het zicht verdwijnt en niet begeleid kan worden naar een (tijdige) aanmelding, verplicht dit wetsvoorstel de uitwisseling van een beperkt aantal gegevens betreffende de aanmelding van jongeren tussen scholen, instellingen en gemeenten. Deze plicht en de doelgroep van jongeren die het betreft, wordt uitgewerkt in paragraaf 2.1.2 van de toelichting.
Wat vindt u van deze verplichting om de jongeren in beeld te houden bij de overstap? Ziet deze verplichting toe op de juiste doelgroep?
Het is goed om de jongeren die de overstap maken tijdens het hele proces in beeld te houden. De kunst is echter om dit transparant te doen zonder al te veel bureaucratie. In het vo en in het mbo worden nog verschillende geautomatiseerde systemen gebruikt. Het zou mooi zijn wanneer er één systeem in gebruik zou worden genomen waar alle betrokken partijen inzicht in hebben.

Naast de gebruikelijke doelgroep van jongeren vanuit het vo zijn er ook verschillende jongeren die vanuit een ander mbo of vanuit een werksituatie overstappen of weer opnieuw instappen.

Vraag4

Wat vindt u van de invoering van een recht op een studiekeuzeadvies voor studenten die zich uiterlijk op 1 april aanmelden voor een mbo-opleiding?
Elke jongere of deze zich nu voor of ná 1 april aanmeldt heeft volgens mij recht op een studiekeuzeadvies. Hierbij hoort ook dat zij de mogelijkheid krijgen om aan oriëntatie en intake-activiteiten deel te nemen.

Vraag5

Hoe beoordeelt u de invoering van een toelatingsrecht voor iedere student die zich aanmeldt voor een mbo-opleiding op niveau 2, 3 of 4 en die aan de vooropleidingseisen voldoet?
Elke leerling/student gaat over zijn eigen voorkeuren. De school behoort echter te bepalen of de keuze gehonoreerd kan worden door inschrijving. Hierbij dient de betreffende school wel duidelijk aan te geven, waarop het wel of niet honoreren van de keuze gebaseerd is.

Vraag6

Wat vindt u ervan dat dit toelatingsrecht zodanig is afgebakend dat mbo-instellingen de mogelijkheid hebben om studenten te weigeren die:
-In de afgelopen drie jaar al aan drie verschillende opleidingen ingeschreven zijn geweest of
-In de afgelopen zes jaar gedurende drie aaneengesloten jaren ingeschreven zijn geweest zonder diploma te halen?
Dat de leerlingen/studenten in deze beide situatie niet zomaar weer toegelaten kunnen worden lijkt mij goed. Er zijn echter altijd uitzonderingssituaties, bijv. ernstige ziekte of grote problemen in de persoonlijke situatie van de leerling die het mogelijk moeten maken hier van af te wijken. Misschien dat hier een aparte commissie over moet oordelen.

Doordat er in het wetsvoorstel enerzijds sprake is van een toelatingsrecht en daarnaast een afbakening van dit toelatingsrecht kan er een situatie ontstaan, dat een grote groep leerlingen/studenten die op basis van het toelatingsrecht zijn binnen gekomen en niet geschikt of voldoende gemotiveerd blijken te zijn meerdere keren van opleiding wisselen en daardoor niet meer toegelaten kunnen worden.

Vraag7

Wilt u nog op andere onderdelen van dit wetsvoorstel reageren?
Onderzoek doen naar wat nu precies het probleem is of de problemen zijn bij de overstap tussen vo en mbo lijkt mij nodig. De ‘100 signalen’ waarover gesproken wordt in de Memorie van Toelichting lijken mij gering op het totaal aantal aanmeldingen voor het mbo.

Stimuleren van een zo vroeg mogelijke aanmelding is prima. Dit helpt bij een zorgvuldige studiekeuze en tijdige intake activiteiten. Praktisch gezien verwacht ik met name op het gebied van het toelatingsrecht de nodige problemen.

Loopbaan Oriëntatie en Begeleiding is een voortdurend proces, dat de nodige aandacht blijft vragen. Ga door met het stimuleren hiervan en heb niet de illusie dat met dit wetsvoorstel de problemen m.b.t. de overstap opgelost worden.