Aanpassing Maatregelenbesluit socialezekerheidswetten en Besluit Participatiewet vanwege Participatiewet in balans

Reactie

Naam B.M. Rijvers
Plaats Velserbroek
Datum 28 augustus 2024

Vraag1

Het huidige Maatregelenbesluit bevat een gebonden bevoegdheid voor het opleggen van een maatregel. Met de voorgestelde wijziging van het besluit wordt er meer ruimte gecreëerd voor gemeenten en uitvoeringsinstanties om af te wegen of een maatregel moet worden opgelegd. Wat vindt u van dit voorstel?
Een prima voorstel tot verbetering van uitvoering en intentie van de maatregel. Ik heb nog wel een paar aandachtspunten.

Is bij het voorstel evaluatie meegenomen van het al bestaande Maatregelenbesluit voor de werknemers- en volksverzekeringen? Positieve uitkomsten daaruit kunnen ondersteunend werken en negatieve mogelijk nog ondervangen voordat dit voorstel wordt vastgelegd.

Neem mee dat bij het opleggen van een maatregel gelijk wordt aangegeven hoe en wanneer men een verzoek kan indienen de maatregel tussentijds te laten beeindigen.

Over het risico dat er verschillen in uitvoering kunnen ontstaan tussen bestuursorganen, zou ik me niet druk maken. Op dit moment zijn met name de verschillen in uitvoering tussen gemeenten enorm. Met dit voorstel wordt dat fors verminderd.

Eventueel kan nog worden opgenomen dat de uitvoerende bestuursorganen regelmatig evalueren en de uitvoering zoveel mogelijk gelijk of gelijkwaardig maken zodat burgers weten waar zij bij 'de overheid' aan toe zijn. Een evaluatie na 5 jaar heeft het risico een abstract beeld en weinig alsnog uitvoerbaar advies op te leveren.

Bij de uitvoering van het Maatregelenbesluit en de normering van de categorieen kan het helpen om voor het maximum te kijken naar het sociaal minimum. Komt de betrokkene met het gehanteerde percentage onder het sociaal minimum, dan is het percentage te hoog. Bij uitvoering zou de betrokkene anders in de schuldhulpverlening komen waarmee het effect van de maatregel minimaal is geworden. Als de maatregel beschouwd wordt als prikkel om gewenst gedrag te vertonen, kan dan beter een trapsgewijze uitvoering worden toegepast. Bijvoorbeeld: na 1 maand 5% korten nog geen juist gedrag: verlengen van de maatregel ipv verhogen. En dan elke maand benoemen dat de betrokkene er nog niet is. Daarmee wordt die nadrukkelijker op diens eigen verantwoordelijkheid gewezen dan een grote klap ineens waarmee deze zich waarschijnlijk eerder slachtoffer voelt dan zelf verantwoordelijk. Hiermee sluit het beleid dan weer aan op het reparatoire karakter.