Actualisatie EML

Reactie

Vraag1

De Provincie Noord-Holland (PNH) streeft met haar datacenterstrategie naar een minimale impact van datacenters op de omgeving. Belangrijk element hierin is een optimale inzet van bestaande, uitbreiding van en nieuwe datacenters om duurzaam met energie om te gaan. Als zodanig sluiten de voorgestelde maatregelen voor de gebouwen en de maatregelen voor de activiteiten datacenter en ICT/serverruimten, welke zich hierin huisvesten, goed aan.

Voor de PNH staat de trias energetica voorop. Met maximale inzet op energiebesparing is in de komende 10-tallen jaren nog een grote hoeveelheid restwarmte uit datacenters en ICT/serverruimtes (datathermie) te verwachten. In de huidige tijd is naast maximale energiebesparing elk hergebruik van energie noodzakelijk om zodoende de klimaatdoelstelling te realiseren. Daarom blijft het inzetten van datathermie uit de activiteit datacenter en ICT/serverruimtes een belangrijke doelstelling van de Provincie daar waar dat een verstandige en economisch haalbare optie is.

De voorgestelde maatregelen met betrekking tot efficiënte koeling en warmte afgifte zoals genoemd onder PF1, PF3 en PH3 sluiten goed aan bij deze doelstelling aangezien de genoemde koeltechnieken zich goed lenen voor het afgeven van datathermie. Het gebruik van een koppeling tussen de warmtebron en warmte afnemer door middel van warm water is een voorwaarde om op een economische wijze de datathermie uit te koppelen . De maatregelen FE1 en FE4 lijken niet goed aan te sluiten bij deze doelstelling omdat hier wordt gestuurd op koeltechnieken die het uitkoppelen van datathermie in de vorm van warm water niet mogelijk maken.

Als provincie willen we waken voor onduidelijkheden in de maatregelenlijst die het hergebruik van energie in de weg staat. Daarom vragen we de opsteller van de maatregelenlijst duidelijkheid te geven aangaande de volgorde en uitzondering van deze genoemde maatregelen lettende op het hergebruik van de datathermie wanneer dat voor het hele energiesysteem meerwaarde biedt.