Wetsvoorstel afschaffing lerarenregister
Reactie
Naam | PCPO Trivia (ER Erkelens) |
---|---|
Plaats | Giessenburg |
Datum | 30 november 2018 |
Vraag1
- In hoeverre vindt u dat het lerarenregister in huidige vorm moet blijven bestaan in de wet terwijl niet duidelijk is hoe de nieuwe koers voor professionalisering van leraren eruit ziet?- Wat is uw mening over de verplichting van het bevoegd gezag om een professioneel statuut vast te stellen? In hoeverre zou deze verplichting reeds voorafgaand aan de nieuw te ontwikkelen koers van het lerarenregister moeten gelden?
- Wat is uw opvatting over het wettelijk verplichte bekwaamheidsdossier dat het bevoegd gezag over leraren moet bijhouden?
- Wat is uw opvatting over een wettelijke definitie van het beroep leraar?
1) In de huidige vorm, volledig van bovenaf zonder dat het enig probleem oplost, vind ik dat het lerarenregister in huidige vorm niet kan blijven bestaan. Weg er mee. Professionaliseren doet de leerkracht/directie/bestuur zelf en hoeft niet online gedaan te worden.
2) Een dergelijke verplichting roept meer weerstand op dan het baat heeft. Daarnaast is de verplichting tot professionalisering er wel, al wordt er niet altijd ruimte aan gegeven. Geef (vrijwillig) ruimte aan financiën en tijd (!) en dit lost meer op dan verplicht registeren.
Huidige vorm werkt frauderen erg in de hand (dit gebeurde al!)
3) Het lerarenregister mist compleet zijn doel, als het al een doel heeft.
Ook is handhaving/consequenties er aan hangen zeer ongewenst.
Wat doe je met leerkrachten die het systeem alsnog niet gebruiken? Ontslaan? Bij het huidige lerarentekort?
Hier is totaal niet over nagedacht. Focus op compleet het verkeerde.
Daarnaast de marginale selectie van opleidingen die commercieel uitgebuit worden. Een Meetup oid bijwonen telt niet, maar is wellicht beter dan een dure cursus mee moeten en er niets mee doen.
Zoals zo veel cursus-dagen op school.
4) De definitie van leraar zou ik anders maken:
Hij/Zij die bevoegd voor de klas staat en onderwijs geeft, is leraar.
Ongeacht of hij/zij wel of geen latere professionalisering doet.