Wetsvoorstel afschaffing lerarenregister

Reactie

Naam Stichting Fluvium openbaar onderwijs (j goes)
Plaats Geldermalsen
Datum 14 december 2018

Vraag1

- In hoeverre vindt u dat het lerarenregister in huidige vorm moet blijven bestaan in de wet terwijl niet duidelijk is hoe de nieuwe koers voor professionalisering van leraren eruit ziet?
- Wat is uw mening over de verplichting van het bevoegd gezag om een professioneel statuut vast te stellen? In hoeverre zou deze verplichting reeds voorafgaand aan de nieuw te ontwikkelen koers van het lerarenregister moeten gelden?
- Wat is uw opvatting over het wettelijk verplichte bekwaamheidsdossier dat het bevoegd gezag over leraren moet bijhouden?
- Wat is uw opvatting over een wettelijke definitie van het beroep leraar?
1. Afschaffen. Het lerarenregister in huidige vorm moet niet blijven bestaan in de wet. Zeker niet omdat het op dit moment onduidelijk is hoe de nieuwe koers voor professionalisering van leraren eruit ziet. Het tekent van een gebrek aan vertrouwen in de leraren die deze koers moeten uitstippelen en creëert onzekerheid en administratieve lasten voor schoolbesturen die nog steeds verplicht zijn om gegevens te leveren.
2. Voorlopig afschaffen. De verplichting van schoolbesturen om een professioneel statuut vast te stellen kan, met de juiste voorwaarden, bijdragen aan de voortdurende professionalisering van leraren, op hun eigen manier, onder hun eigen regie. Het moet echter niet leiden tot een puntentelling dat zich eenzijdig richt op formele leersituaties: dit verstoort de professionele cultuur die ons voor ogen staat. Het afschaffen van het lerarenregister is dus een vereiste.
3. Handhaven. Bekwaamheidseisen van de beroepsgroep zelf zijn namelijk prima. Maar een systeem vanuit de overheid ontmoedigt en het bijhouden ervan kost tijd. Er is geen register nodig om te meten of professionalisering van leraren wel deugt. Externe verantwoording voor het vak vindt immers al voortdurend plaats: professionals voeren dagelijks gesprekken over hun vak met collega’s, (onderwijs)deskundigen, ouders en leidinggevenden. Daarnaast ziet ook de inspectie toe op de onderwijskwaliteit binnen schoolbesturen en scholen.
4. Handhaven. Deze omschrijving kan de verantwoordelijkheid van de leraar benoemen voor het vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische proces. Het bijhouden van een wettelijke definitie vereist echter wel een sterke beroepsgroep van, voor en door leraren.

Bijlage