Wetsvoorstel afschaffing lerarenregister
Reactie
| Naam | Maarten Bauer |
|---|---|
| Plaats | Lochem |
| Datum | 19 december 2018 |
Vraag1
- In hoeverre vindt u dat het lerarenregister in huidige vorm moet blijven bestaan in de wet terwijl niet duidelijk is hoe de nieuwe koers voor professionalisering van leraren eruit ziet?- Wat is uw mening over de verplichting van het bevoegd gezag om een professioneel statuut vast te stellen? In hoeverre zou deze verplichting reeds voorafgaand aan de nieuw te ontwikkelen koers van het lerarenregister moeten gelden?
- Wat is uw opvatting over het wettelijk verplichte bekwaamheidsdossier dat het bevoegd gezag over leraren moet bijhouden?
- Wat is uw opvatting over een wettelijke definitie van het beroep leraar?
Het register in zijn huidige vorm moet van tafel. Het draagt niet bij aan echte professionalisering van docenten. Een register hoort van een beroepsgroep zelf te zijn en niet van de overheid of besturen.
Daarnaast is het onacceptabel dat niet voldoen aan de registereisen leidt tot het niet meer mogen uitoefenen van het beroep. Dat hoort een besluit te zijn van de werkgever en niet van de overheid. De overheid mag niet op de stoel van de werkgever gaan zitten.
Opstellen van een professioneel statuut is overbodig. De bekwaamheidseisen zijn vastgesteld, in elke school is er op teamniveau en via de MR overleg over inhoud en organisatie van het werk. Een statuut voegt daar niks aan toe. Papieren tijgers hebben we al voldoende.
Het bekwaamheidsdossier hoort door de leraar te worden bijgehouden. De CAO zegt ook niet dat de werkgever dit moet doen.(zie 9.6.3 3. De resultaten van de inspanningen worden opgenomen in een bekwaamheidsdossier)
De wettelijke definitie en de bekwaamheidseisen zijn op zich prima en vormen een goede basis en uitgangspunt voor toekomstige ontwikkelingen. Maar laat dat bij de sector en de beroepsgroep.