Wetsvoorstel afschaffing lerarenregister
Reactie
Naam | dhr. Rob van Seters |
---|---|
Plaats | Den Haag |
Datum | 29 november 2018 |
Vraag1
- In hoeverre vindt u dat het lerarenregister in huidige vorm moet blijven bestaan in de wet terwijl niet duidelijk is hoe de nieuwe koers voor professionalisering van leraren eruit ziet?- Wat is uw mening over de verplichting van het bevoegd gezag om een professioneel statuut vast te stellen? In hoeverre zou deze verplichting reeds voorafgaand aan de nieuw te ontwikkelen koers van het lerarenregister moeten gelden?
- Wat is uw opvatting over het wettelijk verplichte bekwaamheidsdossier dat het bevoegd gezag over leraren moet bijhouden?
- Wat is uw opvatting over een wettelijke definitie van het beroep leraar?
1. Het lerarenregister zoals het nu in de wet is opgenomen is opgelegd pandoer (top down) en heeft te weinig draagvlak. Eerst werken aan beroepsgroepsvorming (docenten zijn nauwelijks gewend zich als zodanig te organiseren).
2. In het mbo kennen wij een Professioneel Statuut (PS). Daarin wordt zeer veel geregeld over de professionele ruimte van docenten. Als gevolg van o.a. het genoemde bij punt 1 weten docenten nauwelijks wat er eigenlijk in het PS staat. Eerst daarmee aan de slag. Heeft niets te maken met de inhoud van het PS, maar alles met het ontbreken van competenties en gewenste professionele attitude.
3. Vooralsnog handhaven. Is ook een stok achter de deur om frequent scholing op de agenda te zetten.
4. Vooralsnog handhaven, de definitie van het beroep leraar. Pas als een beroepsgroep zich als zodanig goed kan manifesteren, zal zij ook zo ver zijn om het eigen beroep te kunnen definiëren. Nu is die dialoog nog maar gedeeltelijk op gang gekomen.