AMvB passend onderwijs

Reactie

Naam SWV WSNS Regio Leiden (P.J.N. Pot)
Plaats Leiden
Datum 28 maart 2013

Vraag1

Wat is uw reactie op voorgenomen uitwerking van verschillende onderdelen van de wet passend onderwijs in dit besluit?
Hierbij een reactie op twee onderdelen van de AMvB passend onderwijs:
1. Het ontwikkelingsperspectief moet volgens de AMvB tenminste informatie bevatten over de verwachte uitstroom naar vervolgonderwijs en de onderbouwing daarvan. In de toelichting wordt erkend dat dat “lastig” kan zijn voor jonge kinderen en voor nieuwe leerlingen van wie de school nog maar beperkte informatie heeft.
Het is niet “lastig”, maar onmogelijk om een uitstroomverwachting deugdelijk te onderbouwen als nog onvoldoende informatie over de leerling voorhanden is.
Het risico bestaat dat de school op safe speelt en een lage uitstroomverwachting formuleert in plaats van ambitieuze streefdoelen voor de leerling te stellen.
Het is ook onwenselijk omdat de school in het overleg met de ouders het uitstroomperspectief niet kan beargumenteren. Daarmee wordt het beoogde partnerschap van school en ouders al bij de start onnodig belast.
Neem in de regelgeving op dat het ontwikkelingsperspectief pas informatie over de uitstroom bevat, vanaf het moment dat de school beschikt over voldoende informatie over de leerling om daarover een betrouwbare verwachting uit te spreken. Een uitstroomperspectief bij kinderen onder de 10 jaar zou zelfs moeten worden verboden.
2. Het deskundigenadvies moet verplicht gegeven worden door een orthopedagoog. Dit vanwege de deskundigheid van de orthopedagoog ten aanzien van kinderen met een mentale en/of fysieke beperking en kinderen die zich in een problematische leer- of opvoedingssituatie bevinden. Als we niet uitgaan van beperkingen, maar van mogelijkheden van de leerling, zijn er anderen die daarover even goed zouden kunnen adviseren. Denk bijvoorbeeld aan psychologen, maar vooral ook aan ervaren praktijkdeskundigen uit regulier en speciaal (basis) onderwijs.
Voor advies van een verplichte tweede deskundige worden genoemd een kinder- of jeugdpsycholoog, een pedagoog, een kinderpsychiater, een maatschappelijk werker of een arts. We hopen dat deze opsomming niet limitatief bedoeld is.
Laat de SWV-en vrij in de keuze hoeveel en welke deskundigen er adviseren. Juist dan kan het advies afgestemd worden op de ondersteuningsvraag van de leerling. De eis aan deze personen moet dus niet zijn een universitaire graad, maar aantoonbare kennis van kinderen en het onderwijsaanbod dat zij nodig hebben. Dus vooral ook de mogelijkheden die diverse scholen binnen en buiten het SWV kunnen bieden.
Peter Pot inhoudelijk coordinator PO WSNS 3201