AMvB reële prijzen Jeugdwet

Reactie

Vraag1

Het is mij niet duidelijk hoe deze AMvB zal bijdragen aan reële prijzen. Op zijn best wordt hiermee transparant hoe de prijs is berekend, startend vanuit de in artikel 2.3 lid 1 genoemde kostprijselementen, maar als in het midden blijft of die afzonderlijke kostprijselementen reëel geprijsd zijn valt nog steeds niet te zeggen of de totaalprijs reëel is. Omgekeerd: wat is er tegen een kostenspecificatie langs andere lijnen dan hier gevraagd, als de afzonderlijke elementen van die alternatieve specificatie aantoonbaar reëel geprijsd zijn?

Ook is mij niet duidelijk waarom deze AMvB zich beperkt tot de inkoop door gemeentes van jeugdzorg. De vraag of prijzen reëel zijn zou een vast aandachtspunt moeten zijn bij alle overheidsuitgaven, net als de vragen of die uitgaven nodig en voldoende zijn om de ermee beoogde doelen te bereiken, en of daadwerkelijk geleverd wordt hetgeen is afgesproken. Als je iets op dit vlak wilt regelen voor (al dan niet gemeentelijke) overheidsuitgaven, doe dat dan niet langs formele weg maar stimuleer dat overheidsorganen onderling ervaringen uitwisselen en hun financiële beleid baseren op "best practices".

Verder is het hinken op twee gedachten om wel voor de overheidsuitgaven te willen werken aan reële prijzen, maar op bijvoorbeeld de huizenmarkt de burger over te leveren aan de grillen van de vrijemarkteconomie. Het is prima om particulieren en bedrijven vrij te laten in welke goederen en diensten zij willen afnemen en aanbieden, maar toezien op het eerlijke verloop van de geldstromen eromheen, dus ook op reële beprijzing, is bij uitstek een taak van de overheid.

Vraag2

Zie hierboven.

Vraag3

Zie hierboven.

Vraag4

Zie hierboven.