AMvB reële prijzen Jeugdwet

Reactie

Vraag1

1. Op welk moment moet de kostprijs reëel zijn?
Bij de AMvB reële kostprijs Wmo2015 zijn veel vragen ontstaan over het ijkmoment waarop de kostprijs reëel moet zijn. Moet de kostprijs gedurende de hele looptijd van de overeenkomst reëel zijn? Of alleen bij de ijkmomenten: aanvang en verlenging? Wij verzoeken u hier aandacht voor te hebben.

2. Overgangsrecht
In de AMvB is overgangsrecht opgenomen. Bestaande contracten worden niet opengebroken. In het geval van verlenging moet de AMvB wel gehanteerd worden, echter als voor de inwerkingtreding van deze AMvB al bekend is dat een contract wordt verlengd, geldt de AMvB niet. Deze uitzondering werkt mogelijk misbruik in de hand opdat gemeenten snel voor de inwerkingtreding mededelen dat zij de contracten wensen te verlengen zodat de AMvB niet van toepassing is (vaak namelijk geen mogelijkheid voor aanbieders om verlenging te weigeren). Er wordt onvoldoende rekening gehouden met de belangen van aanbieders. Aanbieders worden vaak geconfronteerd met lange looptijden, (te) lage tarieven en eenzijdige verlengingsopties, terwijl het afgelopen jaar de kosten enorm gestegen zijn (hogere CAO lonen, gas- licht en andere facilitaire zaken). Voor aanbieders is het van belang dat de AMvB bij verlenging van lopende contracten wel van toepassing is, ongeacht of voor de inwerkingtreding van de AMvB al bekend was dat verlenging zou plaatsvinden. Een alternatief dat recht doet aan de positie van de gemeente en aanbieders zou kunnen zijn dat de gemeente i.g.v. verlenging binnen een halfjaar na de inwerkingtreding van de AMvB de kostprijzen berekend o.b.v. de uitgangspunten van de AMvB. We verzoeken u om dit mee te nemen bij de implementatie van de AMvB.