AMvB reële prijzen Jeugdwet

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Waalwijk
Datum 7 november 2022

Vraag1

Wilt u reageren op de AMvB reële prijzen Jeugdwet?

Ja. Het door ontwikkelen van volgens gestandaardiseerde indicatoren opbouwen van de kostprijs van jeugdzorgproducten is an sich een goede gedachte. Daar waar de jeugdzorg wordt geteisterd door grote en onnodige landelijke versnippering zal de AMvB reële prijzen Jeugdwet kunnen bijdragen aan hoognodige landelijke afspraken.
Een positieve uitwerking kan zijn dat er meer transparantie is in kosten van jeugdzorg en tarieven hier logisch van zijn afgeleid.

De AMvB reële prijzen Jeugdwet zal naar onze verwachting ook een effectief en positief effect hebben op de Jeugdzorg wanneer:
- De transparante weergave van kostprijsopbouw ook ruimte houdt voor afstemming tussen zorgaanbieder en gemeenten over
o de volledigheid van indicatoren voor deze kostprijs;
o reële hoogte van de afzonderlijke indicatoren (is dit ook echt de prijs die uit de praktijk blijkt voor deze indicator?);
o maken van maatwerkafspraken bij beargumenteerde hogere kostprijzen voor individuele zorgaanbieders (wanneer dit een noodzakelijk, uniek en effectief jeugdzorgaanbod betreft);
o maken van maatwerkafspraken over herinvestering van zorggelden (bijvoorbeeld overdraagbaar maken van de aanpak) door individuele zorgaanbieders die door innovatieve aanpak een lagere kostprijs realiseren.

- Tarieven in de Jeugdzorg een logische afgeleide zijn van daadwerkelijk reële kostprijzen;
- Eenmalig en landelijk een gedegen kostprijs en indicatoren onderzoek plaatsvindt en hieruit eenduidige, standaardindicatoren met gemiddelde kostprijs worden vastgesteld (eventueel met indicatoren die regionaal een afwijkingsmarge hebben, zoals huisvesting).
- Reeds opgedaan kennis uit de kostprijsopbouw van Wlz zorg en Wmo wordt gebruikt voor input (het wiel hoeft niet opnieuw uitgevonden te worden).


Echter, de werkwijzer van de AMvB reële prijzen in de Wmo leidt vooralsnog vooral tot:
- Door gemeenten dwingend en eenzijdig opgestelde indicatoren met vaststelling van de prijs;
- Een wildgroei aan onderzoeken en bijbehorende rapporten van onderzoeksbureaus die steeds opnieuw dezelfde soort indicatoren onderzoeken en vaststellen per gemeente/gemeentelijke inkoopregio;
- Ogenschijnlijke neiging om hoogte van de kostprijs ‘toe te beredeneren’ naar het gewenste tarief, wat past bij de gemeentelijke begroting, in plaats van af te leiden aan de daadwerkelijke kostprijs.

Vraag2

Wat is de te verwachten impact van de AMvB op hoofd- en onderaannemerschap?
Wanneer volledig, logisch en transparant uitgevoerd zal uit de AMvB reële prijzen Jeugdwet gemakkelijk kunnen worden afgeleid wat bijvoorbeeld overheadkosten zijn en wat daarmee een redelijke hoofd- onderaannemerschap vergoeding is. Daar waar tot op heden vaak een bepaald percentage wordt gehanteerd met het argument ‘dit is gebruikelijk’, zal er dan een goed onderbouwd en meer landelijk gestandaardiseerde vergoeding kunnen worden afgesproken. Dit komt de besteding van zorggeld aan zorg ten goede. En daarmee de kwaliteit van zorg.

Vraag3

Wat is de te verwachten impact als preventie binnen de scope van de AMvB valt?
Wanneer volledig, logisch en transparant uitgevoerd zal uit de AMvB reële prijzen Jeugdwet voor zowel zorgaanbieders, gemeenten en landelijke overheid helder kunnen worden afgeleid wat de (tijdelijke) kosten van preventie zijn. Dit kan dan worden vergeleken met de (veelal langduriger) inzet van geïndiceerde Jeugdzorg, waardoor helder wordt welke besparing wordt gerealiseerd met het inzetten van preventie.
Noot: deze vergelijking heeft alleen zin wanneer ook met inhoudelijk onderzoek wordt aangetoond in hoeverre preventie leidt/heeft geleid tot afname geïndiceerde jeugdzorg (en mogelijk op termijn ook Wmo en Wlz zorg).

Daarnaast zal het voor zorgaanbieders, gemeenten en landelijke overheid duidelijker zijn wat nu eigenlijk de kosten zijn van preventie en welk budget hiervoor nodig is, zodat zorg- (of andere) aanbieders dit ook gedegen en duurzaam houdbaar kunnen realiseren.

Vraag4

Wat is de te verwachten impact van het toepassen van de AMvB bij de taakgerichte bekostigingsvariant?
Enerzijds zijn bovenstaand genoemde positieve effecten van en aandachtspunten voor de AMvB reële prijzen Jeugdwet ook van toepassing op de taakgerichte bekostigingsvariant.
Anderzijds kan het rigide vaststellen van indicatoren en bijbehorende prijs ook een remmend effect hebben op ‘doen wat nodig is’ voor jeugdigen die jeugdzorg ontvangen en innovatie van methodieken binnen deze bekostigingsvariant.

Van belang is dat de AMvB reële prijzen Jeugdwet voor de taakgerichte bekostigingsvariant vooral handvatten geeft om te bepalen of het bepaalde budget reëel is ten aanzien van de aantallen cliënten en de scope van jeugdzorgproducten waar het budget betrekking op heeft. Voorkomen moet worden dat daarmee ook wordt geëist dat zorgaanbieders ’deelbudgetten’ binnen het totaal budget gaan krijgen met geoormerkte indicatoren waaraan deze deelbudgetten mogen worden uitgegeven (want dat zal het bovenstaand genoemd remmend effect hebben).