AMvB reële prijzen Jeugdwet

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Arnhem
Datum 31 oktober 2022

Vraag1

Wilt u reageren op de AMvB reële prijzen Jeugdwet?

In de toelichting wordt gesproken over 'de kosten van beroepskrachten'. In veel tariefmodellen worden deze kosten vertaald in een tarief voor de daadwerkelijke inzet van deze beroepskrachten. Hierbij worden van het bruto beschikbaar aantal uren de uren afgehaald die niet beschikbaar zijn door verlof, ziekte, opleidingen etc. Dit resulteert dan in een netto aantal uren in te zetten door de beroepskracht.
Uit de verplichtingen in de CAO waaronder deze beroepskrachten vallen, zijn de waarden voor verlof, ziekte, opleidingen etc. terug te vinden. In bepaalde tariefmodellen van regio's wordt met een gemiddelde waarde voor verlof, ziekte, opleidingen etc. gewerkt. Omdat de aanbieders onder soms wel 5 verschillende CAO's vallen in een dergelijke regio, wordt er dan een gemiddelde aftrek berekend voor verlof, ziekte, opleiding etc.
Hierdoor ontstaat de situatie dat dit voor sommige CAO-gebonden aanbieders tot een te laag tarief leidt en voor anderen juist een te hoog tarief. "Gemiddeld" zal het wel kloppen voor de inkopende gemeente, maar voor de aanbieders die een te hoog of een te laag tarief voorgerekend krijgen, is het géén reëel tarief.
De toelichting is hierover m.i. niet expliciet genoeg en zou dan ook de volgende toevoeging moeten krijgen:
1) bij het berekenen van de kosten moet worden uitgegaan van de feitelijke CAO-verplichtingen die op aanbieders rusten
2) het niet toegestaan om in een tariefmodel verschillende sector-CAO's te middelen (= werken met gemiddelde waarden)

Vraag2

Wat is de te verwachten impact van de AMvB op hoofd- en onderaannemerschap?
Op dit moment wordt in contracten reeds opgenomen dat er een minimale vergoeding van het tarief dat de aanbestedende gemeente of regio moet worden betaald aan de onderaannemer. De toelichting bij 2.7 legt bij de hoofdaannemer dezelfde verplichtingen neer als bij de aanbestedende dienst. Dit is kostenverhogend voor de hoofdaannemer want deze zal een soortgelijke tariefberekening moeten opstellen en kunnen overleggen aan de opdrachtgever.
Het zal efficiënter en vermoedelijk ook effectiever zijn als in de AMvB een passage wordt opgenomen met dezelfde strekking als in de contracten staat over de minimale vergoeding voor de onderaannemer.

Vraag3

Wat is de te verwachten impact als preventie binnen de scope van de AMvB valt?
Wat wordt verstaan onder 'preventie'?

In de begripsbepaling in de Jw:

jeugdhulp: 1°.ondersteuning van en hulp en zorg, niet zijnde preventie, aan jeugdigen en hun ouders bij het verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen van of omgaan met de gevolgen van psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, opvoedingsproblemen van de ouders of adoptiegerelateerde problemen.
"niet zijnde preventie": dus inzet van beroepskrachten in het kader van preventie valt niet onder jeugdhulp en daarmee niet onder deze AmvB.
Opvoedondersteuning op basisscholen vanuit integrale kindcentra? Trainingen weerbaarheid aan basisschool leerlingen of middelbare scholieren?
Als dit onder de algemene voorzieningen valt en vrij toegankelijk zijn, is deze AMvB niet van toepassing omdat het geen inzet is die onder de Jeugdwet kan vallen (namelijk niet specifiek gericht op een gearticuleerde hulpvraag die buiten de zelfredzaamheid van jeugdige en ouders valt).
Als preventie er wel onder zou moeten vallen, moet m.i. de Jw worden aangepast om dit mogelijk te maken.
Als preventie er onder zou vallen, zullen de voordelen van de AMvB verder reiken.

Vraag4

Wat is de te verwachten impact van het toepassen van de AMvB bij de taakgerichte bekostigingsvariant?
Het wordt in deze variant gemakkelijker om financiële offertes bij inschrijvingen met elkaar te vergelijken. Idealiter ontstaat na enige tijd een model waarin de onderbouwing van een offerte gestandaardiseerd is. De huidige ondoorzichtige en moeilijk te bewijzen werkwijze waarbij intensiteit, doorlooptijd, aantal plekken, unieke cliëntaantallen worden gehanteerd kan daarmee verdwijnen. Er ontstaat waarschijnlijk een transparantere situatie die zowel gemeenten als aanbieders tot voordeel zal zijn.