AMvB reële prijzen Jeugdwet
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Den Haag
|
Datum
|
28 november 2022
|
Vraag1
Wilt u reageren op de AMvB reële prijzen Jeugdwet?
De AMvB benoemt terecht de verschillende kostprijselementen die de opbouw van een reel tarief bepalen.
Binnen de regio Haaglanden wordt deze systematiek binnen de keten gevolgd en uitgevoerd door het Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden (SbJH). Daarbij wordt gebruik gemaakt van door de zorgaanbieders aangeleverde gegevens over deze kostprijselementen. Deze worden op gelijkwaardige basis en in vertrouwen met de zorgaanbieders besproken en gevalideerd, eventuele uitbijters worden met de zorgaanbieder besproken, nader geanalyseerd en zo nodig beargumenteerd uit de kostprijsberekening gehaald. De methode vraagt maximale transparantie van de zorgaanbieders over de totstandkoming van de aangeleverde gegevens (show me, prove me) en een onafhankelijke positie van het SbJH hierin. Dit betekent dat de door de zorgaanbieders aangeleverde gegevens alleen op geaggregeerd niveau ter beschikking komen voor de keten.
In de concept AMvB zou meer duiding gegeven kunnen worden aan risico opslag en innovatie.
Indexering speelt een indirectere rol bij de bepaling van reële kostprijzen, afhankelijk van het jaar waarop de kostprijs is bepaald kan indexering worden toegepast. In artikel 2.3 wordt onder sub 2 vermeld dat bij ministeriele regeling regels kunnen worden gesteld over de indexatie. Gezien de grote regionale verschillen in de hoogte, toepassing en opbouw van indexen lijkt het gewenst om hier een dwingender systematiek over op te nemen in de AMvB. Aansluiten bij een landelijke indexeringssystematiek, zoals bijvoorbeeld de NZA deze hanteert, is daarbij aan te bevelen.
Een belangrijke opmerking hierbij is dat de eventueel voor te schrijven methode ook landt in het gemeentelijk accres.
Vraag2
Wat is de te verwachten impact van de AMvB op hoofd- en onderaannemerschap?
Indien de regio gebruik maakt van hoofd- en onderaannemerschap is er logischerwijs een verschil in de reële kostprijs tussen de hoofd- en onderaannemer. Zolang de onderaannemer een reële prijs voor de geleverde diensten ontvangt is weinig impact op de AMvB te verwachten. Tariefverschillen tussen regio’s kunnen van invloed zijn op dit construct.