AMvB reële prijzen Jeugdwet

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Amsterdam
Datum 23 november 2022

Vraag1

Wilt u reageren op de AMvB reële prijzen Jeugdwet?

Voor een landelijke speler zien wij hoe verschillend die kostprijselementen geïnterpreteerd kunnen worden. En de uitslagen hierin zijn behoorlijk verschillend. Het zou zo kunnen zijn dat regio's ‘voldoen’ aan de AMVB, maar echt consensus is er niet. Regio’s lijken zelf in strijd dat er weer een nieuw onderzoek plaats vindt maar dan met een ander kostprijsonderzoeksbureau. Dit is onwerkbaar. De administratieve last ligt daardoor hoog.
Als voorbeeld zijn er verschillende interpretaties van Client contacttijd (CCT) en Client Gebonden tijd (CGT) en wat hier wel en niet van zou morgen worden gedeclareerd. Als jeugdzorgaanbieder lever je hier financieel op in. Terwijl de CGT velen malen groter wordt, door systeem/gezinsgericht te werken.
Voor (hoog) specialistische zijn de tarieven niet toereikend. Dit is een duurder inzet van zorg, met specifiek opgeleid en ervaren personeel dat de doelgroep behandeld.

Vraag2

Wat is de te verwachten impact van de AMvB op hoofd- en onderaannemerschap?
Regio's publiceren aanbestedingen waar men kiest voor verschillende constructen van samenwerking. Men heeft een dekkend zorglandschap nodig, maar wil werken met minder aanbieders. Dan worden aanbieders ertoe gezet om te werken in hoofd-onderaannemerschap, samenwerkingsverbanden, consortia ect. Al deze constructen zijn op de inhoud werkbaar, wat tijd en inspanning vergt, maar daar komen wij als jeugdzorgaanbieders meestal wel uit.
De administratieve handelingen zijn per regio verschillend. Processen van toegang, leveren van zorg en declaratie van zorg loopt uiteen. Dat maakt het samenwerkingsproces een zoektocht is om alles op elkaar aan te laten sluiten, van verschillende systemen tot verantwoordingen naar de regio toe.
De tarieven zijn ook op verschillende wijze vastgesteld. Van vastgestelde tarieven tot lumpsum financiering. Tarieven zijn op verschillende wijze bepaald of worden bepaald door de hoofdaannemer, zij trekken een hoog percentage fee af van het tarief door onder andere de hoge administratieve last die zij erbij krijgen. De indexatie van tarieven liggen daardoor te laag, omdat voor de onderaannemer er ook een percentage van 4 % tot 10 % fee afgaat. Door de administratieve last laag te houden, bijvoorbeeld dat de onderaannemer rechtstreeks te laten declareren bij de gemeente is een must.

Vraag3

Wat is de te verwachten impact als preventie binnen de scope van de AMvB valt?
Als er budget is voor vroeg signalering (preventie) levert dat enorm veel op. Er is onder andere bewezen dat bij vroeg signalering van bijvoorbeeld persoonlijkheidsproblematiek op inhoud effectief is en kostenbesparend. Hoe eerder dit ontdekt wordt, hoe minder zorg, lasten en kosten er zijn voor de cliënt en de overheid.
Als bijvoorbeeld in een gezin gesignaleerd is dat er sprake is van LVB (licht verstandelijke beperking), dat in aanraking is gekomen met schuldsanering. Hoe effectiever als de op tijd hulp ingezet wordt, dan dat er niet systemisch wordt gekeken met alle gevolgen van dien indien de zorgen zwaarder worden.
Kortom, ja preventie dient zeker in de AMvB scope te moeten vallen, mist de financiering hier dan ook op wordt aangevuld. Op langer termijn kan er gemonitord worden, waarbij de uithuisplaatsingen, complexiteit van casuïstiek en crisis bedden af zullen nemen en de preventie groeit.
Daarnaast is aanvullende zorg ter voorkoming van bijvoorbeeld break down in de pleegzorg ook een vorm van preventie. Extra ondersteuning voor pleegouders, kan zorgen voor een succesvollere pleegzorg plaatsing. Dit is ook een vorm van preventieve zorg, dat nu niet gestapeld kan worden.