AMvB reële prijzen Jeugdwet

Reactie

Vraag1

Jaarlijks zijn er ontwikkelingen welke niet mee zijn genomen in de tariefsbepaling, bijvoorbeeld momenteel de landelijke verhoging van meer dan 10% voor de pleegvergoeding. Dit kan niet alleen bij de zorgaanbieder komen te liggen maar zou beter vertaalt moeten worden in de tarieven. Dit geldt zeker voor de zorgaanbieders waarvan pleegzorg een groot aandeel is.
Het berekenen van tarieven voor gezinshuiszorg, gebaseerd op loondienst, is niet reëel. Het als gezinshuizen in loondienst werken gebeurt steeds minder, de meeste gezinshuizen zijn zelfstandig en /of werken in Onderaannemerschap. De bouwstenen van deze tarieven zouden daarop gebaseerd moeten worden.

Vraag2

Gemeenten vragen vaker aan de zorgaanbieder als hoofdaannemer te fungeren. Dit (mede) als gevolg van de nieuwe wet op het woonplaatsbeginsel vanaf 1 januari 2022. Waar jeugdigen eerst bijvoorbeeld onder een gemeente in Zeeland vallen, vallen zij door de nieuwe wet nu onder een gemeente bijvoorbeeld in Overijssel. Regio Zeeland vraagt daardoor of wij als Hoofdaannemer voor die jeugdigen willen fungeren. Alle bijkomende taken en handelingen (en dus kosten) maar ook het nemen van zorgverantwoordelijkheid (denk aan rapportages, voortgang, crisis, etc.) die daaruit voor de Hoofdaannemer voortvloeien, zijn niet expliciet opgenomen.

Tarieven in onderlinge regio’s verschillen waardoor Onderaannemerschap bij lagere tarieven in de regio van Hoofdaannemer niet gewenst is door Onderaannemer. De tijd wat alles hier om heen van meerdere partijen kost is zeer intensief en heeft zelfs in een regio als gevolg dat er geen andere keuze is dan sterk op de kostprijs in te moeten leveren. Dit is (op grote schaal) niet toekomstbestendig.

Vraag3

N.v.t.

Vraag4

Dit is op dit moment niet van toepassing voor ons. Wij verwachten echter wel dat dit gevolgen heeft in het vaststellen van een eerste lumpsum.