Wijziging van de Archiefwet 1995 ter uitvoering van overweging 158 van de Algemene verordening gegevensbescherming
Reactie
Naam
|
W.A. Bakker
|
Plaats
|
Amersfoort
|
Datum
|
19 april 2025
|
Vraag1
Wilt u reageren op de Uitvoeringswet overweging 158 AVG? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een bericht te uploaden.
Ik sluit mij aan bij de reactie van de KVAN met één belangrijk verschil. De KVAN schrijft in haar reactie zijdelings:
"Daarnaast merken we op dat het noodzakelijk is om in de tekst op te nemen dat het hier gaat om 'reproducties van’ archiefbescheiden c.q. documenten: we hebben het hier over scans van analoge originelen."
Dit zou mijns inziens een foutieve beperking van de wetswijziging betekenen, welke niet in lijn is met de algehele beleidsgedachte achter de wijziging van de Archiefwet. De bepalingen rondom de omgang met persoonsgegevens en de mogelijkheid tot het online publiceren van documenten mag absoluut niet beperkt worden tot enkel gedigitaliseerd analoog materiaal. De Archiefwet, huidig en toekomstig, dient te gaan over archiefbescheiden (en informatie daaruit) ongeacht de vorm.
Juist met de verkorting van de overbrengingstermijn in de nieuwe Archiefwet zal het nu te introduceren afwegingskader met mogelijkheden tot publiceren zo belangrijk maken, daar we eindelijk een grotere stroom aan digitale archiefbescheiden (originelen!) gaan ontvangen, beheren en ontsluiten. Juist dan moeten archiefvormer en -beheerder (verantwoordelijk overheidsorgaan en archivaris) samen op basis van deze wijziging een goede belangenafweging kunnen maken om tot gedeeltelijke publicatie van bepaalde archieven te komen.
Lang verhaal kort: volg de zienswijze van de KVAN, maar neem alsjeblieft niet in de wet op dat het hier gaat over reproducties van analoge archiefbescheiden. Dat is vragen om deze discussie over 10 jaar weer te gaan voeren en weer met elkaar vast te lopen.