Wijziging van de Archiefwet 1995 ter uitvoering van overweging 158 van de Algemene verordening gegevensbescherming
Reactie
Naam
|
RE Postma
|
Plaats
|
Baarn
|
Datum
|
24 april 2025
|
Vraag1
Wilt u reageren op de Uitvoeringswet overweging 158 AVG? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een bericht te uploaden.
Dat de CABR archieven openbaar (moeten) worden, is een onontkoombaar feit. Eigenlijk zijn ze dat al, alleen met de nodige drempels, men moet er vrij veel moeite voor doen. En kopiëren en fotograferen ( en dus ongebreideld verspreiden) is nu nog niet mogelijk. De vraag is of dat laatste ook wenselijk en nodig is.
Ik denk dat het goed is als het CABR archief na digitalisering toegankelijk wordt. De dossiers inzien is momenteel door de grote belangstelling lastig: men moet naar Den Haag en er is een lange wachttijd. Gedigitaliseerd zou betekenen dat belanghebbenden niet meer naar het archief hoeven te gaan, maar thuis online kunnen zoeken. Op zich een goede zaak omdat de toegankelijkheid dan wereldwijd wordt.
Maar… Wèl met de nodige ingebouwde zorgvuldigheid qua toegang, met een inlogcode, aanmaken van een account of iets dergelijks!
En, voordat het CABR archief digitaal toegankelijk wordt, zou het archief op orde moeten zijn. Uit de vele reacties die in de publiciteit zijn gekomen blijkt er nogal wat aan doublures, onterechte, onjuiste en achterhaalde informatie in te zitten. Tevens is het noodzakelijk dat er begeleidende uitleg en ‘spelregels’ bij het digitaal openbaar worden, komen.
Nazaten die, om welke reden dan ook, nog geen inzage bij het NA hebben gehad zou ik met klem willen aanraden te gaan kijken, laat je niet verrassen! Men kan nu eenmaal niet rekenen op zorgvuldigheid en goede bedoelingen van een aantal medemensen. Als je zelf weet wat er over familie in de dossiers staat kun je je ‘wapenen’ tegen beschuldigingen en onwaarheden.
Voor elke nabestaande, zowel van collaborateurs, als van slachtoffers van collaboratie, is het belangrijk dat de geschiedenis duidelijk wordt. Daarbij is echter ook van groot belang dat openstelling zorgvuldig gebeurt en niet tot onbeheersbare kwaadsprekerij en tot (opnieuw) uitsluiting leidt. Nabestaanden kunnen niet verantwoordelijk gehouden worden voor de daden van hun familieleden. Voor veel mensen is dit heel vanzelfsprekend, maar uit onderzoek blijkt dat een kleine 20% van de ondervraagden daar helaas anders over denkt…