Wet Basisregistratie ondergrond

Reactie

Naam Deltares (Drs. G. de Lange)
Plaats Utrecht
Datum 9 augustus 2011

Vraag1

Heeft u suggesties voor verbetering van het wetsvoorstel of de memorie van toelichting? Zijn er onduidelijkheden?
In de wetstekst staat in Art. 6, derde lid per abuis een verwijzing naar Art. 39. Dit moet 38 zijn. In de MVT staat dit correct.

Vraag2

Wat zijn volgens u de positieve en/of negatieve consequenties van het wetsvoorstel? Op welke wijze kunnen eventuele negatieve consequenties worden weggenomen?
Positief is de centrale opslag en kwaliteitsborging van gegevens, waardoor overheden geen gegevens meer kwijtraken.
Negatief gevolg kan in de huidige opzet zijn dat een belanghebbende, i.t.t. een overheid niet het recht heeft om de onjuistheid van een model terug te melden. Onduidelijk is of een belanghebbende door het aantekenen van bezwaar tegen een genomen besluit i.v.m. vermeende onjuistheid van het aan het besluit ten grondslag liggende model op gelijke voet van recht staat als de besluitende overheid. Waar bij een terugmelding van de overheid verplicht tot onderzoek van de vermeende onjuistheid wordt overgegaan, is het de vraag of dit onderzoek bij een bezwaar van een andere belanghebbende wordt toegekend. Het komt op mij over als het opwerpen van een procedurele drempel.

Vraag3

Welke risico’s ziet u bij de invoering van het wetsvoorstel? Op welke wijze kunnen deze risico’s beheerst worden?
Art. 20 f. voor zover van toepassing, de inhoudelijke waarnemingen en meetresultaten die met de uitoefening van het gebruiksrecht zijn verkregen: hieronder vallen ook de hoogtemetingen die worden verkregen voor het vaststellen van bodemdaling. Overigens bevatten ook de verkenningen allen een hoogte. De hoogte van alle informatie in de BRO is gerelateerd aan het NAP, maar door bodembeweging heeft deze informatie een beperkte geldigheid. Om de kwaliteit van de hoogteinformatie te waarborgen is het noodzakelijk om de hoogteinformatie uit al dan niet periodieke waarnemingen van topografische en objecthoogte in de Basisregistratie op te nemen. Op dit moment is het beheer van deze informatie te versnipperd om aan de eisen van de Basisregistratie te voldoen. Het NAP netwerk is in beheer bij Rijkswaterstaat, het Actueel Hoogtebestand Nederland ook, maar wordt tevens bewerkt door de waterschappen, het Kadaster beheert een GPS netwerk, en de hoogtedata aangeleverd aan SodM vallen straks onder de BRO. Steeds meer besluiten en beleid hebben een reikwijdte in de tijd, waarbij de verandering van hoogteligging van de oppervlakte en de ondergrond een belangrijke factor wordt. Het is van groot belang om de hoogtegegevens ook centraal op te slaan, met de in de basisregistratie vereiste kwaliteit.