Beleidsreactie inzake NZa-rapport MGZ
Reactie
Naam | VGN (mw. B Roos) |
---|---|
Plaats | Utrecht |
Datum | 12 maart 2021 |
Vraag1
"Wij werken eraan dat het vanzelfsprekend is dat voor alle patiënten met een complexe zorgvraag, 24 uur per dag medisch-generalistische zorg beschikbaar is op de juiste plek, in de regio.” In de beleidsreactie wordt op pagina 2 de gezamenlijke opdracht rondom medisch-generalistische zorg verder toegelicht.Wat vindt u van deze opdracht?
Voor de VGN is leidend dat mensen met beperkingen, zonder uitsluiting of discriminatie, recht hebben op gelijke toegang tot dezelfde gezondheidszorg als hun landgenoten. Waar nodig moeten ze ondersteuning krijgen om dezelfde mate van toegang tot de zorg te krijgen (Artikel 25 van het VN-verdrag inzake de rechten van Personen met een handicap).
De in de beleidsreactie genoemde opdracht sluit aan bij wat wij in de gehandicaptensector hebben geconstateerd. De beschikbaarheid van medisch generalistische zorg voor mensen met een beperking in de Wlz is onvoldoende geborgd. Belangrijk daarbij is dat huisartsen en artsen verstandelijk gehandicapten (AVG) elk hun eigen expertise en competenties hebben en complementair aan elkaar werken. In de zomer van 2019 hebben wij bij onze leden een uitvraag gedaan naar de knelpunten in de toegang tot medisch generalistische zorg. De uitkomsten waren dramatisch. Voor zo’n 5.000 mensen met een beperking in de Wlz was huisartsenzorg niet geregeld. En voor zo'n 13.000 mensen was de zorg in de avond nacht en weekend uren niet goed . Met kunst- en vliegwerk wordt de zorg georganiseerd, bijvoorbeeld met inzet van dure commerciële partijen of professionals die geen huisarts zijn zoals verpleegkundig specialisten en basisartsen Naar aanleiding hiervan heeft de VGN alle betrokken partijen bij elkaar geroepen. Dit heeft geleid tot de opstelling van een convenant randvoorwaarden en facilitering van medisch generalistische zorg voor mensen met een beperking. In de brief wordt naar dit convenant verwezen, en als bijlage toegevoegd. De gezamenlijke opdracht die in dit convenant is benoemd, sluit aan bij de punten in de brief van de minister.
Vraag2
De NZa doet in haar rapport ‘Onderzoek medisch-generalistische zorg voor Wlz-patiënten’ twee aanbevelingen. De eerste aanbeveling van de NZa richt zich op samenwerkingsafspraken. Op pagina 4 van de beleidsreactie reageert de minister op deze aanbeveling.Wat vindt u van de reactie van de minister?
Zoals de minister aangeeft, zijn in het convenant voor de gehandicaptenzorg veel acties opgenomen die zich richten op samenwerkingsafspraken tussen de beroepsgroepen. Wij ondersteunen dan ook van harte de punten die door de minister worden genoemd. Daarbij is wel van belang dat de beroepsgroepen voldoende ondersteund worden bij het uitwerken van de acties. De artsen verstandelijk gehandicapten vormen een kleine en zeer specifiek beroepsgroep, die zeer beperkt middelen en ondersteuning heeft om de noodzakelijke acties zelf te organiseren. Hier kan ook het ministerie een rol spelen. Bijvoorbeeld door mogelijk maken van extra personele ondersteuning ten behoeve van de actie taakherschikking naar verpleegkundig specialisten en de inzet van meer medisch ondersteunend personeel. Daarnaast pleiten wij ervoor dat AVG-en worden betrokken bij het standaardiseren van gegevensuitwisselingen met en tussen huisartsen en medisch specialisten. Ook pleiten wij voor het definiëren van een minimale gegevensset voor de uitwisseling tussen huisarts en AVG. Daarnaast is het nodig om bij uitspraken over gegevensuitwisselingen en gegevensstandaarden niet alleen te kijken naar afzonderlijke beroepsgroepen als huisarts en AVG, maar bijvoorbeeld naar medische generalistische zorg waarin huisarts én AVG zijn vertegenwoordigd. En waarin die samenwerking een plek heeft.
Vraag3
Op pagina 5 t/m 8 van de beleidsreactie reageert de minister op de aanbeveling van de NZa om medisch-generalistische zorg volledig onder te brengen in de Zorgverzekeringswet (Zvw) of Wet langdurige zorg (Wlz). Er worden vier thema’s beschreven die van belang worden gevonden bij het maken van een keuze voor de Zvw of Wlz.- Welke van deze vier thema’s vindt u het meest van belang, en waarom?
- Zijn er nog andere thema’s die u van belang vindt bij het maken van een keuze voor de Zvw of Wlz?
- Zo ja, kunt u toelichten welke thema's dit zijn en waarom u deze thema's van belang vindt?
De VGN vindt het tweede thema, duidelijk beleggen van de zorgplicht, het meest van belang. Wij pleiten voor dit thema omdat nu, juist door het ontbreken van zorgplicht, het recht op zorg voor mensen met een beperking in de Wlz onvoldoende geborgd is.
Daarnaast zijn er ook andere thema’s die van belang zijn. Vanuit de inhoud hebben wij de uitgangspunten die voor ons van belang zijn geprioriteerd. Wij komen dan tot de twee belangrijkste thema’s. Dit zijn:
• Cliënten hebben recht op 24/7 zorg van de huisarts met de borging dat AVG’s en gedragskundigen kunnen worden ingeschakeld. Dit uitgangspunt heeft relatie met het beleggen van de zorgplicht.
• Interdisciplinaire samenwerking tussen verschillende disciplines moet worden gefaciliteerd als de cliënt die nodig heeft. De huisarts en de AVG werken in het belang van persoonsgerichte zorg voor de cliënt samen met andere disciplines zoals gedragskundigen, psychiater, revalidatiearts, verpleegkundig specialist, neuropsycholoog en oogarts. Behandeling is meer dan één op één zorg, het betreft ook intermediaire zorg gericht op de begeleiders uit het team.
Onze andere belangrijke uitgangspunten vindt u in de bijlage.
Vraag4
Op pagina 5 t/m 8 van de beleidsreactie reageert de minister op de aanbeveling van de NZa om medisch generalistische zorg volledig onder te brengen in de Zorgverzekeringswet (Zvw) of Wet langdurige zorg (Wlz).- Is het denkbaar dat de medisch-generalistische zorg in zijn geheel wordt ondergebracht in de Zvw? Wat is daar, in uw ogen, voor nodig?
- Is het denkbaar dat de medisch-generalistische zorg in zijn geheel wordt ondergebracht in de Wlz? Wat is daar, in uw ogen, voor nodig?
Het onderbrengen van de medisch generalistische zorg in zijn geheel is, onder voorwaarden, voor ons denkbaar in beide wetten. We verwijzen u graag naar de bijlage voor de onderbouwing en wat er voor nodig is in elk stelsel.
Vraag5
Het geheel onderbrengen van medisch-generalistische zorg in de Zorgverzekeringswet (Zvw) of Wet langdurige zorg (Wlz) leidt tot een meerjarig traject met een wetswijziging, budgettaire verschuivingen tussen Wlz en Zvw, eventuele aanpassingen van de bekostiging en verschuiving van de zorginkoop.- Welke aspecten vindt u van belang om in de tussentijd aan te pakken, om beschikbaarheid, toegankelijkheid en organiseerbaarheid van medisch-generalistische zorg te kunnen blijven garanderen?
- Welke rol ziet u hierbij voor uzelf of uw organisatie?
Het is van belang dat mensen met een beperking toegang hebben tot medisch generalistische zorg. In het convenant dat wij met alle betrokken partijen hebben getekend staan veel acties die ertoe bijdragen dat dit wordt bereikt. De VGN heeft daarin ook een rol. Deze acties moeten los van de keuze van het stelsel worden opgepakt. Het is van groot belang dat de verschillende partijen zoals huisartsen, AVGs en zorgaanbieders lokaal in gesprek blijven om tot een werkbare samenwerking de komen. Het is niet altijd mogelijk om aan alle gewenste randvoorwaarden te voldoen. De schaarste aan met name AVGs is een groot knelpunt. Het is dan ook van groot belang dat met de beperkte capaciteit zo efficiënt mogelijk wordt omgegaan. Dit vraagt om een goede verdeling van schaarste. naast acties om binnen instellingen de AVG zo efficiënt mogelijk in te zetten, zijn ook meer regionale afstemming en samenwerking nodig. Om dit te faciliteren kan het zorgkantoor een rol spelen. Daarnaast maken wij ons zorgen over het uitblijven van de instroom in de opleiding voor AVG. Op dit moment zijn slechts 16 van de 24 bekostigde plaatsen ingevuld, in de komende jaren moet dit oplopen naar 57 studenten. Uit het onderzoek van Cinop (2021) - Vergroten instroom AVG - komt een aantal aanbevelingen (link eindrapport onderzoek: https://www.vgn.nl/nieuws/samenvatting-onderzoek-vergroten-instroom-artsen-verstandelijk-gehandicapten). Deze aanbevelingen worden nu al deels ingezet door de opleiding (Erasmus Universiteit), maar ze kunnen versterkt worden. Het gaat dan bijvoorbeeld om op meerdere plekken het onderwijs aanbieden, hybride onderwijs, meer maatwerk, het verrijken van de opleiding met interprofessioneel opleiden en het vergroten van het aantal opleidingslocaties door (internationaal) te gaan samenwerken in de (grens) regio’s.
Ook taakherschikking naar verpleegkundig specialisten en andere medische ondersteuning helpt om de medisch generalistische zorg te blijven garanderen. Daarnaast hebben we al eerder de gegevensuitwisseling benoemd, ook hierbij hoeft niet gewacht te worden tot een keuze van het stelsel is gemaakt. Tot slot is adequate financiering van huisartsen en AVG’s nodig omdat zij volgens de huidige regels onvoldoende tijd hebben voor mensen met een beperking.