Beleidsvisie gegevensdeling en privacy in het sociaal domein

Reactie

Naam GripOp (H. Gorsic)
Plaats Tilburg
Datum 18 maart 2014

Vraag1

Bent u het eens met de uitgangspunten van de visie?
Waar is volgens u nadere visievorming nodig?
Wordt de positie van de burger voldoende versterkt?
Heeft u suggesties voor de verdere uitwerking van de visie?
Volgens mij is nadere visievorming nodig omtrent de afbakening van de rol van de toezichthouder BRP.

Het inschrijven aan het juiste adres is denk ik een heel belangrijke voorwaarde om de regisseur een goede belangenafweging te kunnen laten maken mb.t. de gegevensdeling. Veel vragen hoeven dan niet meer door dienstverleners te worden gesteld omdat de BRP en de BAG etc. daar dan een antwoord op geven.

Als het uitgangspunt is dat zo min mogelijk inhoudelijk gegevens verstrekt worden en de burger zo veel mogelijk vooraf om instemming gevraagd wordt (een maatregel waardoor de positie van de burger m.i. voldoende versterkt wordt, dan rijst bij ons de vraag:

Hoe gaat de gemeente om met de ruime bevoegdheden van de artikelen 5:17 en 5:20 van de AWB?

Dit laatste artikel biedt een toezichthouder de bevoegdheid om informatie van een ieder te VORDEREN. Het artikel bepaalt dat beroepsbeoefenaren als de arts of de notaris zich alleen kunnen weigeren op hun beroepsgeheim zover dit uit hun geheimhoudingsplicht voortvloeit.

Geldt dit dan ook voor de hulpverleners?
En wat valt dan onder het beroepsgeheim?

De toezichthouder BRP, die verantwoordelijk is voor de inschrijving aan het juiste adres (een probleem dat bij multi-probleemgevallen nogal al eens aan de orde is)
zal als eerste met dit dilemma geconfronteerd worden.
Het is ook niet ondenkbaar dat er verschillen van inzicht over de noodzaak tot het delen van gegevens op de werkvloer komt.

Gelet op de rol van de BRP in het stelsel en als DE bron voor overheidsinstanties als het gaat om het woonadres, is het denk ik zeer aan te raden om de BRP als afnemer van gegevens bij de overweging over de gegevensdeling te betrekken.

Wellicht dat gemeenten suggesties aangereikt kunnen worden op welke wijze zij vorm kunnen geven aan de mogelijkheden die Artikel 5:14 AWB biedt om bij wettelijk voorschrift of bij besluit van een bestuursorgaan de aan de toezichthouder toekomende bevoegdheden te beperken.