Wet vereenvoudiging beroepenstructuur psychologische beroepen
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Amsterdam
|
Datum
|
21 februari 2024
|
Vraag1
Wat vindt u van dit wetsvoorstel?
• Wat betreft de bijscholing naar KP-PT: er is in Nederland een grote behoefte aan inhoudelijk opgeleide behandelaren die zich richten op de behandeling van patiënten (zie de huidige, lange wachtlijsten). Het nieuwe wetsvoorstel verlegt de focus van deze behandelaren naar management en wetenschappelijk onderzoek.
• Het was – en is – in strijd met geldende wet- en (EU-)jurisprudentie om van een hoog gekwalificeerd beroepsbeoefenaar te eisen om een aanzienlijke extra opleidingsverplichting aan te gaan, louter en alleen om hetzelfde werk te mogen blijven doen, zonder dat objectief en voldoende is aangetoond dat de kwaliteit van het werk op dit moment onvoldoende of ondermaats is. Alle huidige psychotherapeuten zullen in de toekomst hetzelfde werk blijven doen. Er is nooit aangetoond dat de kwaliteit van hun werk onvoldoende is. Het tegendeel is waar: al in 2000 oordeelde de minister dat ‘de psychotherapeut in feite werkt op “specialistisch” niveau’.
• De haalbaarheid van het op grote schaal omscholen van psychotherapeuten naar het nieuwe specialisme KP-PT, is niet getoetst. Er zijn veel minder KP-opleidingsplaatsen dan er psychotherapeuten zijn die omgeschoold moeten worden. Landelijk zijn er ruim 5000 psychotherapeuten, waarvan 1/3 geen GZ-registratie heeft. Ruim 1500 psychotherapeuten wacht zodoende een grootschalig omscholingstraject.
• Het wetsvoorstel is ongefundeerd (de voorzieningen en overgangsregelingen zijn niet duidelijk). Wetgeving staat niet op zichzelf en zou niet als zodanig ingevoerd moeten worden. Dit zou hand in hand moeten gaan met een visie en zicht op de mogelijke maatschappelijke gevolgen. Daarnaast is het huidige voorstel niet volledig geïnformeerd te beoordelen zonder samenhang met de overgangsregelingen, welke niet zijn meegenomen in deze consultatie.