Wet vereenvoudiging beroepenstructuur psychologische beroepen

Reactie

Vraag1

De bedoeling is dat het wetsvoorstel een vereenvoudiging aanbrengt voor verwijzers en cliënten.

In de tekst staat
"De huidige beroepenstructuur ziet er als volgt uit. Twee beroepen zijn als basisberoep vastgelegd
in artikel 3 van de wet. Dit zijn de beroepen gezondheidszorgpsycholoog en psychotherapeut."

Hiermee ontstaat inderdaad een vereenvoudiging omdat het beroep orthopedagoog-generalist geheel buiten beschouwing wordt gelaten. Nergens in het voorstel wordt helder hoe de orthopedagoog-generalist een plek krijgt in deze nieuwe structuur.
Wel wordt de kinder- en jeugdpsycholoog NIP, die nu niet zijn opgenomen in de BIG, toegevoegd.

Er zijn verschillen tussen de beroepen en die verschillen zijn waardevol en aanvullend. Een gezondheidszorgpsycholoog is geen orthopedagoog-generalist. Een klinisch (neuro)psycholoog en een psychotherapeut beschikken ook over andere vaardigheden.

In de geestelijke gezondheidszorg zijn er 3 basisberoepen en 2 specialismen. Dat zijn er 5 in het totaal. In de tekst wordt de vergelijking gemaakt met artsen waarbij er met 'arts' 1 basisberoep is en er vervolgens specialismen zijn. Er wordt gesteld dat dat eenvoudiger is. Er zijn maar liefst 39 'specialismen' onder het basisberoep arts.


Is dat werkelijk eenvoudiger dan de huidige vijf beroepen in de GGZ?

Er zal een mogelijk een goede reden zijn geweest om te denken aan een vereenvoudiging. Voor mij is die reden niet duidelijk.

Mij helpen vergelijkingen. Voor deze vergelijking kijk ik naar andere beroepen in de individuele gezondheidszorg:
zou er iemand zijn die bedenkt dat je een verloskundige, een verpleegkundige of fysiotherapeut gaat noemen? Ik denk het niet. Het zijn andere opleidingen en andere beroepen.
Zo is het ook in de geestelijke gezondheidszorg: andere opleidingen, andere beroepen.

Het voorstel van de vereenvoudiging lijkt op geen enkele wijze geen recht te doen aan de werkelijkheid.