Wet vereenvoudiging beroepenstructuur psychologische beroepen

Reactie

Naam escutar (drs s stok)
Plaats Rotterdam
Datum 13 februari 2024

Vraag1

Wat vindt u van dit wetsvoorstel?
Ik ben, samen met mijn collega-psychotherapeuten, tegen dit wetsvoorstel.
Wij zien dit voorstel niet als een vereenvoudiging, maar als een verarming van de beroepenstructuur en als een bedreiging van ons ambacht en de kwaliteit van zorg in Nederland.

• Er bestaan op dit moment twee basisberoepen: de psychotherapeut en de GZ-psycholoog. Het is buiten alle proporties dat van psychotherapeuten (na een opleiding van 4 jaar) geëist wordt dat zij zich alsnog omscholen tot het ándere basisberoep (een opleiding van maximaal 2 jaar), voordat zij opgeleid kunnen worden tot het nieuwe specialisme KP-PT. Dit wordt nog eens bekrachtigd door het EVC-traject voor K&J psychologen NIP, die zonder extra opleiding de registratie GZ-psycholoog ontvangen.

• Psychotherapeuten zíjn opgeleid om hoog kwalitatieve en specialistische psychotherapeutische behandelingen te geven. Dat is het werk waartoe zij zich geroepen en aangetrokken voelen, en dit zal ook in de toekomst zo blijven.
• Het was – en is – in strijd met geldende wet- en (EU-)jurisprudentie om van een hoog gekwalificeerd beroepsbeoefenaar te eisen om een aanzienlijke extra opleidingsverplichting aan te gaan, louter en alleen om hetzelfde werk te mogen blijven doen, zonder dat objectief en voldoende is aangetoond dat de kwaliteit van het werk op dit moment onvoldoende of ondermaats is. Alle huidige psychotherapeuten zullen in de toekomst hetzelfde werk blijven doen. Er is nooit aangetoond dat de kwaliteit van hun werk onvoldoende is. Het tegendeel is waar: al in 2000 oordeelde de minister dat ‘de psychotherapeut in feite werkt op “specialistisch” niveau’.
• Bovengenoemde blijkt ook uit het feit dat psychotherapeuten krachtens het Landelijk Kwaliteitsstatuut regiebehandelaar zijn in GB- en S-GGZ, en GZ-psychologen uitsluitend voor de GBGGZ.
• Het wetsvoorstel is ongefundeerd. Wetgeving staat niet op zichzelf en zou niet als zodanig ingevoerd moeten worden. Dit zou hand in hand moeten gaan met een visie en zicht op de mogelijke maatschappelijke gevolgen. Daarnaast is het huidige voorstel niet volledig geïnformeerd te beoordelen zonder samenhang met de overgangsregelingen, welke niet zijn meegenomen in deze consultatie.