Wet vereenvoudiging beroepenstructuur psychologische beroepen

Reactie

Vraag1

T.o.v. dit voorstel -meer duidelijkheid voor patiënten scheppen- sta ik positief.
Twee urgente aandachtspunten:
1 De psychotherapeutische expertise van de psychiater dreigt met dit voorstel gemarginaliseerd te worden. Het beroep 'psychotherapeut' wordt in dit voorstel louter ondergebracht bij de klinisch psycholoog. Dit draagt niet bij aan duidelijkheid voor de patiënt en is ook op vakinhoudelijke gronden zeer ongewenst:
Voorstel: M.i. dient expliciet vastgelegd te worden dat de psychiater psychotherapeutische expertise heeft m.a.w. dat niet alleen de klinisch psycholoog, maar ook de psychiater de titel -psychotherapeut achter de beroepstitel mag zetten.
2 Inhoudelijk constateer ik dat de inbreng van de gedragstherapeuten en generalistisch opgeleide collegae aan de discussietafel onevenredig groot is geweest, waardoor veel nadruk is gelegd op meetbare en kwantificeerbare herregistratie-eisen, eisen waaraan bepaalde specialistische psychotherapieverenigingen (psychoanalytische, maar ook systemische en cliëntgerichte psychotherapieverenigingen) moeilijker of niet kunnen voldoen. Hierdoor dreigt veel onmisbare psychotherapeutische expertise op termijn verloren te gaan; immers deze verenigingen kunnen straks niet meer opleiden binnen de reguliere kaders en zullen dan te weinig of zelfs geen nieuwe leden meer verwerven.
Voorstel: Een clausule opnemen waarin dispensatie voor herregistratie-eisen mogelijk gemaakt wordt voor psychotherapieverenigingen die op grond van de geschiedenis hun verdiensten klinisch en maatschappelijk ruimschoots hebben bewezen.