Wet vereenvoudiging beroepenstructuur psychologische beroepen

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Leeuwarden
Datum 22 februari 2024

Vraag1

Wat vindt u van dit wetsvoorstel?
Ik vind het geen recht doen aan de expertise van de gz-psycholoog-generalist dat in dit wetsvoorstel bij artikel 25 een aantal essentiële zaken missen. Ik mis de context van de levensloop, de context van systemen rondom de cliënt, maar ook de kennis en expertise bij preventie en mentale gezondheid. De huidige beschrijving is te nauw.

Ik dring erop aan dat de omschrijving van deskundigheidsgebied wordt verbreed, in lijn met het eerdere voorstel van de beroepsverenigingen NIP en NVP: Tot het gebied van deskundigheid van de gezondheidszorgpsycholoog-generalist wordt gerekend de mentale gezondheid en de preventie, diagnostiek, indicatiestelling, begeleiding en behandeling van gedragsmatige en psychische problemen en stoornissen bij mensen, gedurende de hele levensloop in de context van relaties, leefomgeving en maatschappij.

Het deskundigheidsgebied vormt de kern van het beroep en de basis voor het competentieprofiel en de opleiding van gezondheidszorgpsychologen-generalist in de toekomst. Het is van groot belang dat zij worden opgeleid vanuit dit brede kader. Op basis daarvan kunnen zij een bijdrage leveren een sterke, veerkrachtige maatschappij.

In de sector waar ik werkzaam ben, in de ouderenzorg intra- en extramuraal, is het systemisch werken gericht op het welbevinden van kwetsbare ouderen in de laatste levensfase noodzakelijk. Juist in de context van de leefomgeving, relaties in brede zin en de maatschappij. Ik wijs u graag op een recente publicatie van de Sectie Ouderenpsychologie van het NIP, het CCE en de PgD. Daarin staan tal van voorbeelden beschreven: https://cce.nl/publicatie/boek-gedragen-mensgericht-samenwerken-rondom-dementie. We zijn als gz-psychologen-generalist hierbij onmisbaar!
Daarbij hebben we ook een belangrijke taak als gz-psychologen-generalist om met het oog op de grijze toekomst onze expertise in te zetten in lijn met maatschappelijke uitdagingen. Ik herken me onvoldoende in het beschreven wetsvoorstel. Het doet geen recht aan ons vakgebied.