Wet vereenvoudiging beroepenstructuur psychologische beroepen

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Amsterdam
Datum 6 maart 2024

Vraag1

Wat vindt u van dit wetsvoorstel?
Orthopedagoog, werkzaam bij organisatie JeugdGGZ in Amsterdam.

'Dit wetsvoorstel wijzigt de beroepenstructuur van de psychologische beroepen. Het doel hiervan is om de beroepenstructuur te verduidelijken. Hierdoor kunnen patiënten en verwijzers sneller de juiste behandelaar vinden' . Zeker niet mee eens.
Ten eerste wordt het doel niet gehaald. Patiënten worden absoluut niet sneller geholpen. De wachtlijsten lopen alleen maar op. Verwijzers vinden niet sneller een behandelaar, omdat dit betekent dat er minder behandelaren zullen zijn om het werk binnen de GGZ/Jeugdzorg met voldoende ERVAREN expertise uit te voeren.

Vanuit het werkveld is er geen 'roep' gekomen om de beroepenstructuur te vereenvoudigen. Waar komt het idee vandaan dat het werkveld hier op zit te wachten? Waar en wanneer zijn er gesprekken geweest met mensen uit het werkveld vóórdat er zo'n wetsvoorstel is opgesteld?
De mensen die de gevolgen dragen van deze beslissing, zijn totaal niet meegenomen in de totstandkoming. De functie 'orthopedagoog' wordt niet eens genoemd als belanghebbende in deze. Terwijl ik als basis orthopedagoog (en met mij ongeveer de helft van de medewerkers in mijn organisatie), precies hetzelfde werk moet uitvoeren dan mijn collega basis-psycholoog.
We hebben een gigantisch tekort in Nederland op dit moment aan GZ-psychologen, de route 'versmallen' door alleen master psychologen toegang te geven, wat gaat dit voor goeds opleveren voor de jeugdigen, de medewerkers onderling (waarmee je strijd en ongelijkheid binnen teams creëert), en hoe moeten instellingen hiermee omgaan.
- wat zijn inhoudelijke argumenten dat het nodig is om hiertoe over te gaan? is er een analyse gedaan dat basis-orthopedagogen die zijn ingestroomd in een GZ-opleidingsplek, later slechte GZ-psychologen zijn geworden?

Beroepsverenigingen die het onderling niet eens met elkaar kunnen worden, zijn vooral bezig met het uitvechten van een competitie strijd; de positie van hun 'eigen' beroep te verbeteren, zonder voldoende na te denken wat het effect hiervan is op de maatschappij (de medewerkers, de mensen die GGZ zorg nodig hebben).


Bijlage