Wet vereenvoudiging beroepenstructuur psychologische beroepen
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Boekel
|
Datum
|
17 februari 2024
|
Vraag1
Wat vindt u van dit wetsvoorstel?
L.s.
Zelf ben ik psychiater werkzaam op een polikliniek binnen de S-GGZ van GGZ Oost Brabant. Mijn vaardigheden in de psychotherapie dien ik dagelijks in te zetten in de behandeling van de patiënten. Met mijn registratie als psychiater ben en blijf ik bevoegd en ook bekwaam om psychotherapie uit te voeren wat een essentieel onderdeel in voor de uitoefening van mijn vak en behorende bij beroep psychiater. Een psychiater zonder psychotherapeutische vaardigheden is als een chirurg die zijn werk zonder mes mag gaan uitvoeren.
Op dit moment zijn psychiaters, klinisch psychologen en psychotherapeuten bevoegd en bekwaam om psychotherapie uit te voeren. Doel van het wetvoorstel is meer helderheid verkrijgen in de psychologische beroepen. Echter met het opheffen van de beroepen klinisch psycholoog en psychotherapeut en het ontstaan van het beroep klinisch psycholoog-psychotherapeut, zijn psychiaters de enige beroepsgroep die psychotherapie wel mogen uitvoeren, maar niet de titel psychotherapeut hebben. Dit zal tot verwarring leiden bij patiënten, GGZ instellingen, verwijzers, zorgverzekeraars etc. Derhalve vind ik het wetsvoorstel geen goede zaak.
Ook zou u de keuze kunnen maken de term psychotherapeut geheel te laten vervallen en slechts de term klinisch psycholoog en psychiater te behouden als de beroepen die bevoegd en bekwaam worden geacht psychotherapie uit te voeren. Mogelijk vervalt daarmee dan de ongelijkheid die het wetsvoorstel creëert tussen beide beroepsgroepen inzake de maatschappelijke zichtbaarheid van hun takenpakket en gedeelde professionele competenties.
Met het voorliggende wetsvoorstel kan alleen de GZ-psycholoog generalist zich laten scholen tot en registeren als klinisch psycholoog -psychotherapeut. Deze mogelijkheid wordt de psychiater (en artsen en orthopedagogen gelijk) dan ontnomen. Hiermee wordt de psychiater in zijn professionele competenties ongelijk behandeld en benadeeld. Het wetsvoorstel creëert ongelijkheid tussen beide beroepsgroepen inzake de maatschappelijke zichtbaarheid van hun takenpakket en gedeelde professionele competenties. Deze situatie creëert onduidelijkheid naar patiënten, zorgverzekeraars, verwijzers en andere partijen, daar de psychiater wel bevoegd en bekwaam is om psychotherapie te voeren. Als psychiater vind ik het wetsvoorstel in de huidige vorm derhalve ontoelaatbaar en acht een andere inhoudelijke beschouwing noodzakelijk.
Met vriendelijke groet,
Frank Hertenberg