Wet vereenvoudiging beroepenstructuur psychologische beroepen
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Rotterdam
|
Datum
|
26 februari 2024
|
Vraag1
Wat vindt u van dit wetsvoorstel?
Geachte mevrouw, heer,
We vragen ons af of in de businesscase, de weging, van de wijziging van de registratie (inclusief scholingstraject en vervolgens de jaarlijkse herregistratieplicht) het verlies van beschikbare behandeluren is meegewogen.
Een zeer grove rekensom als voorbeeld:
In Nederland zijn in 2022 ongeveer 80-85.000 wachtenden waarvan 40.000 niet konden worden gezien binnen de Treeknormen.
Stel dat er 25 behandeluur gemiddeld nodig zijn per client, en nog 7 uur indirecte tijd (zorgcoordinatie, verslaglegging, overleg), dit zou zijn 1.280.000 behandeluren.
In Nederland staan 5093 psychotherapeuten ingeschreven het in BIG register.
Stel hiervan opteert de helft voor de overgang naar "specialist": 2500 maar 15 dagen van 8 uur overgangstraject komt neer op 300.000 uur. Voorts doen ze meer in de steeds verder woekerende herregistratiescholingsplichts (woekering) wat betekent dat ze 36uur per jaar moeten besteden: 90.000 uur.
Totaal zou dit 300.000 uur eenmalig, plus nog jaarlijks 90.000 uur betekenen die niet meer besteed kunnen worden aan behandeling.
En als we dit niet alleen bij psychiaters en klinisch psychologen, en nu psychotherapeuten instellen, maar ook nog bij GZ psychologen en bij SPV-ers, en wellicht een regeling voor basispsychologen, dan zou dit nog eens 2 maal 390.000 uur en bij een kleine plicht voor basispsychologen (groot aantal) in totaal bijna neerkomen op het aantal uren benodigd om de wachtenden te behandelen.
Op bovenstaande berekening valt veel aan te merken, toch zijn wij benieuwd hoe een betere berekening er uit zou zien en of deze wordt meegewogen. Uren besteed aan overgangstrajecten en herregistratieplicht kunnen niet twee maal worden uitgegeven. Verlies aan behandelcapaciteit in Nederland is een grote prijs voor een kwaliteitsverbetering vooral in vorm.
Wij wensen u en onszelf wijsheid.
Vriendelijke groet,
Jule Herrbach en Marjolein van Hoek