Wet vereenvoudiging beroepenstructuur psychologische beroepen

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Utrecht
Datum 1 maart 2024

Vraag1

Wat vindt u van dit wetsvoorstel?
In het wetsvoorstel is nu een omschrijving opgenomen waarin de nadruk ligt op het behandelen van stoornissen, en dit doet geen recht aan het brede kennis- en werkdomein van de gz-psycholoog-generalist.

In het nieuwe beroep worden de beroepen gezondheidszorgpsycholoog en kinder- en jeugdpsycholoog samengevoegd. Bovendien is de gz-psycholoog-generalist niet alleen werkzaam in de (curatieve) ggz, maar ook in de jeugdzorg, de ouderenzorg, revalidatie, medische zorg, en de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Daarbij gaat het niet alleen om het vaststellen en behandelen van stoornissen, maar ook om het versterken van het vermogen van mensen om met hun fysieke, emotionele en sociale uitdagingen om te gaan, en zelf zo veel mogelijk eigen regie te voeren, in verschillende levensfasen.

De gezondheidszorgpsycholoog-generalist houdt zich bezig met mentale gezondheid, preventie, diagnostiek, indicatiestelling, begeleiding en behandeling van mensen. Hierbij is aandacht voor -ontwikkeling, in de context van systeem en relaties, bijvoorbeeld binnen het gezin, op school/werk, en in de maatschappij, gedurende de hele levensloop.

Ik ben het dan ook niet eens met het deskundigheidsgebied zoals dat nu in het wetsvoorstel staat. Het doet geen recht aan de kern van ons vakgebied. Ik dring erop aan dat de omschrijving van deskundigheidsgebied wordt verbreed, in lijn met het eerdere voorstel van de beroepsverenigingen NIP en NVP.

Het deskundigheidsgebied vormt de kern van het beroep en de basis voor het competentieprofiel en de opleiding van gezondheidszorgpsychologen-generalist in de toekomst. Het is van groot belang dat zij worden opgeleid vanuit dit brede kader. Op basis daarvan kunnen zij een bijdrage leveren een sterke, veerkrachtige maatschappij.

Een breder kader dat niet enkel gericht is op stoornissen, is bijvoorbeeld extra belangrijk als het gaat om selectieve preventie. We zouden problemen toch liever willen voorkomen dan genezen in kwetsbare doelgroepen, waarvan we al weten dat zij een verhoogd risico lopen? Kennis daarover is essentieel: het gaat niet alleen om het bevorderen van een positieve ontwikkeling binnen toch al kwetsbare groepen, maar dit kan ook kostenbesparend zijn in die zin dat stoornissen uiteindelijk moeilijker aan te pakken zullen zijn. Preventie van stoornissen dient dus net zo goed benoemd te worden als de behandeling van de uiteindelijke stoornissen!