Wet vereenvoudiging beroepenstructuur psychologische beroepen

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Alkmaar
Datum 14 februari 2024

Vraag1

Wat vindt u van dit wetsvoorstel?
Ik ben, samen met mijn collega-psychotherapeuten, tegen dit wetsvoorstel.

Wij zien dit voorstel niet als een vereenvoudiging, maar als een verarming van de beroepenstructuur en als een bedreiging van ons ambacht en de kwaliteit van zorg in Nederland.

Wij vragen uw aandacht voor het volgende:

De nieuwe beroepenstructuur heeft als doel de kwaliteit van de zorg te verbeteren. Wij missen een grondige onderbouwing. Bovendien is er niet gekeken naar mogelijke negatieve gevolgen voor de kwaliteit en effectiviteit van de Nederlandse geestelijke gezondheidszorg.

Er bestaan op dit moment twee basisberoepen: de psychotherapeut en de GZ-psycholoog. Het is buiten alle proporties dat van psychotherapeuten (na een opleiding van 4 jaar) geëist wordt dat zij zich alsnog omscholen tot het ándere basisberoep (een opleiding van maximaal 2 jaar), voordat zij opgeleid kunnen worden tot het nieuwe specialisme KP-PT. Dit wordt nog eens bekrachtigd door het EVC-traject voor K&J psychologen NIP, die zonder extra opleiding de registratie GZ-psycholoog ontvangen.

Het was – en is – in strijd met geldende wet- en (EU-)jurisprudentie om van een hoog gekwalificeerd beroepsbeoefenaar te eisen om een aanzienlijke extra opleidingsverplichting aan te gaan, louter en alleen om hetzelfde werk te mogen blijven doen, zonder dat objectief en voldoende is aangetoond dat de kwaliteit van het werk op dit moment onvoldoende of ondermaats is. Alle huidige psychotherapeuten zullen in de toekomst hetzelfde werk blijven doen. Er is nooit aangetoond dat de kwaliteit van hun werk onvoldoende is. Het tegendeel is waar: al in 2000 oordeelde de minister dat ‘de psychotherapeut in feite werkt op “specialistisch” niveau’.

Het wetsvoorstel is ongefundeerd (de voorzieningen en overgangsregelingen zijn niet duidelijk). Wetgeving staat niet op zichzelf en zou niet als zodanig ingevoerd moeten worden. Dit zou hand in hand moeten gaan met een visie en zicht op de mogelijke maatschappelijke gevolgen. Daarnaast is het huidige voorstel niet volledig geïnformeerd te beoordelen zonder samenhang met de overgangsregelingen, welke niet zijn meegenomen in deze consultatie.