Wet vereenvoudiging beroepenstructuur psychologische beroepen

Reactie

Vraag1

Ik ben tegen dit wetsvoorstel.

Het wetsvoorstel in de huidige vorm leidt vooral tot meer onduidelijkheid in plaats van de beoogde verduidelijking. De pedagogische beroepsgroepen worden hiermee uitgesloten en dit heeft verregaande gevolgen. Consequentie van het wetsvoorstel zal zijn dat bepaalde beroepsgroepen (denk aan de psychotherapeut, de orthopedagoog-generalist, de systeemtherapeut) zullen worden uitgesloten van bepaalde handelingen en werkvelden waarin de druk al zeer ernstig hoog ligt (denk aan lange wachtlijsten). De bovengenoemde professionals (psychotherapeut, systeemtherapeut, orthopedagoog-generalist) doen binnen het werkveld op verschillende vlakken vergelijkbare werk als psychologen. Dit is van essentieel belang voor het werkveld, met name gezien overbelasting van de zorg en het belang van multidisciplinair werken en op gelijkwaardig niveau denken vanuit verschillende invalshoeken.
Daarnaast komt het wetsvoorstel de opleidingsmogelijkheden van onder andere orthopedagogen niet ten goede wanneer dit doorgezet wordt, zij verliezen daarin ontwikkelkansen. Dit heeft ook een negatieve consequentie voor het werkveld: de GZ-psycholoog en de Orthopedagoog-Generalist werken op gelijkwaardig niveau en zijn complementair aan elkaar. Er ligt nu een uitgelezen kans om ervoor te zorgen dat we gezamenlijk komen tot een structuur die wél alle beroepen én cliënten op dit gebied vertegenwoordigt.

Kort samengevat: het wetsvoorstel leidt tot méér onduidelijkheid. Cliënten en hun familieleden zouden worden
uitgesloten van adequate hulp door professionals uit de pedagogische beroepsgroepen, en deze professionals verliezen gelijkwaardige ontwikkelkansen.