Wet bescherming erfgenamen tegen onverwachte schulden

Reactie

Vraag1

Wellicht kunt u rekening houden met de - thans in de praktijk veelvuldig voorkomende - tweetrapsmakingen (of andere voorwaardelijke makingen), waarbij:
- ten tijde van het overlijden van de erflater wel een positieve nalatenschap bestaat,
- die aan de bezwaarde (of verkrijger onder ontbindende voorwaarde) toekomt, die zuiver of beneficiair aanvaardt;
- terwijl de verwachter (of verkrijger onder opschortende voorwaarde) hangende de voorwaarde door het afleggen van een verklaring of stilzwijgend zuiver aanvaardt.
Als dan de activa sterk in waarde dalen of tenietgaan (of de bezwaarde/verkrijger, die verteringsbevoegdheid heeft, veel activa verteert), terwijl de passiva blijven bestaan en de nalatenschap daardoor negatief wordt, kan het bij de vervulling van de (fideicommissaire) opschortende voorwaarde zijn dat de verwachter (of verkrijger onder opschortende voorwaarde) in zijn eigen vermogen aangesproken kan worden voor de schulden der nalatenschap (die de baten dus overtreffen).
In dat geval is dus geen sprake van 'onbekende' schulden, maar van 'activa die in waarde dalen, tenietgaan of verteerd raken'.
Een andere optie is 1) om van beneficiaire aanvaarding voor de verwachter (of verkrijger onder opschortende voorwaarde) het uitgangspunt te maken, of 2) deze na de vervulling alsnog de bevoegdheid te geven over te gaan tot het uitbrengen van een keuze tot aanvaarding of verwerping, of 3) te bepalen dat gebruikmaking door de verwachter/verkrijger onder opschortende voorwaarde van rechten en/of bevoegdheden hangende de voorwaarde niet kan leiden tot een zuivere aanvaarding.