Besluit experimenten decentrale duurzame elektriciteit opwekking
Reactie
| Naam | Dhr. W.M.M. Maessen |
|---|---|
| Plaats | Alem |
| Datum | 18 september 2013 |
Vraag1
In deze internetconsultatie zoeken we in het bijzonder antwoord op de volgende vragen:- zijn er met de in het ontwerpbesluit geboden mogelijkheden tot afwijking van de Elektriciteitswet 1998 zinvolle experimenten mogelijk?
- verwacht u, door toepassing van het ontwerpbesluit, meer mogelijkheden voor opwekking en gebruik van duurzame elektriciteit?
- is naar uw oordeel de integriteit van het energiesysteem bij 'uitrol' van dit soort experimenten afdoende gewaarborgd?
Wanneer het doel van deze wetswijziging is het gebruik van alternatieve energievormen te stimuleren dan zou ik ook een ander soort experiment in de regeling opnemen: het faciliteren van experimenten met diverse nieuwe energievormen die het mogelijk maken echte kleinschalige energieopwekking op te bouwen zoals, naast zonne- en windenergie, via magneetmotoren, plasmamotoren, edelgasmotoren, water als brandstof en andere opzetten waar het internet mee vol staat. Door dit voor particulieren mogelijk te maken, of zelfs (financieel) te stimuleren, kan kleinschalig begonnen worden (eigen gebruik) en via opschaling een grid worden opgezet waarbij meerdere van dit soort experimenten/lokaties worden gekoppeld en particulieren elkaar stroom leveren als er een eigen overschot is. Bij voldoende schaalgrootte kan ook bufferopslag worden gerealiseerd in zo'n opzet, waardoor grootschalige netbeheerders niet meer nodig zijn als buffer.
Wat mij in deze regelgeving opvalt is dat het een puur top-down benadering is, uitgaande van de huidige grootschalige infrastructuren en belangen. Daarnaast is het voordeel van een dergelijke opzet dat het vanuit veiligheidsoverwegingen een veel minder kwetsbare energie-infrastructuur oplevert.
V.w.b. de vragen:
1. Zeker. Het bevordert kleinschalige energieopwekking waar ik een groot voorstander van ben.
2. Duurzame electriciteit vergt veel minder grootschalige investeringen en is daardoor makkelijker bereikbaar voor gemeenschappen. Ik heb echter mijn twijfels of, door de deelname van de grootschalige belangen, deze experimenten een reële kans hebben.
3. De vraag is of dit zo belangrijk is in een kleinschalige context waar de lijnen kort zijn. De vraag is ook of dat in die kleinschalige context een zaak van de overheid is om die integriteit te bewaken.