Besluit houdende wijziging van het Tabaks- en rookwarenbesluit
Reactie
Naam
|
Longfonds (M. Rutgers)
|
Plaats
|
Amersfoort
|
Datum
|
24 augustus 2017
|
Vraag1
Wat vindt u van het voorstel om speciaalzaken die uitsluitend rookwaren en rookaccesoires verkopen per 1 januari 2020 direct uit te zonderen van het uitstalverbod?
Door roken ontstaan en verergeren longziekten. Zo’n 80 a 90% van COPD ontstaat door jarenlang roken. Nog steeds beginnen er iedere week honderden kinderen met roken. Het Longfonds wil dat niemand meer zieke longen krijgt door roken of meeroken. Daarom zetten wij ons in, samen met meer dan 80 partijen, voor een Rookvrije Generatie. Ieder kind heeft het recht om rookvrij op te groeien en iedere ouder zou de kans moeten krijgen om zijn of haar kind rookvrij op te laten groeien: vrij van blootstelling aan tabaksrook en de verleiding om te gaan roken.
Blootstelling aan tabaksdisplays kan zowel de kans op het beginnen met roken door jongeren vergroten als het moeilijker maken voor rokers om te stoppen.(1) Wij juichen de invoering van het uitgebreide uitstalverbod dan ook van harte toe en spreken onze steun uit voor het voorstel om alleen speciaalzaken die uitsluitend tabaksproducten, aanverwante producten en rookaccessoires verkopen uit te zonderen van dit verbod (onder de voorwaarde, zoals voorgesteld, dat de tabaksproducten en aanverwante producten niet van buiten het verkooppunt zichtbaar zijn). Wanneer een verkooppunt ook andere producten en diensten aanbiedt, maakt dit het verkooppunt aantrekkelijk en in bepaalde gevallen zelfs onvermijdelijk voor een breed publiek (waaronder kinderen, ex-rokers en rokers die willen stoppen). Met deze beperkte uitzondering wordt aangesloten bij de succesvolle voorbeelden uit het buitenland.
(1) Robertson, L., McGee, R., Marsh, L. & Hoek, J. (2015). A systematic review on the impact of point-of-sale tobacco promotion on smoking. Nicotine & Tobacco Research, 17, 2-17. Trimbos-instituut (2015). Display ban verkooppunten tabak. Utrecht: Trimbos-instituut.
Vraag2
Wat vindt u van het voorstel dat supermarkten vanaf 2020 verplicht zijn om aan het uitstalverbod te voldoen?
Wij zijn blij dat de staatssecretaris voornemens is om het uitstalverbod (ook) te laten gelden voor alle levensmiddelenzaken. Wel zijn wij van mening dat de datum van invoering naar voren geschoven zou kunnen en moeten worden. Dagelijks komen volwassenen en kinderen bij levensmiddelenzaken voor het doen van boodschappen. Iedere extra dag dat de tabaksproducten en aanverwante producten hier in het zicht blijven, groeien er weer nieuwe kinderen op met het beeld dat deze producten doodnormaal en aantrekkelijk zijn. Nog steeds beginnen er in Nederland iedere week weer honderden kinderen met dagelijks roken. Iedere extra dag dat de blootstelling aan tabaksproducten en aanverwante producten in levensmiddelenzaken voortduurt, is er daarom één te veel. Grote supermarktketens hebben in de afgelopen periode laten zien binnen drie tot zes maanden de tabaksproducten in hun filialen uit het zicht te kunnen halen. Ook buitenlandse voorbeelden (zoals Noorwegen, waar bij wet van 3 april 2009 werd vastgesteld dat per 1 januari 2010 een uitstalverbod zou gelden) tonen aan dat een uitstalverbod in een relatief korte periode (van enkele maanden) succesvol kan worden geïmplementeerd.(2) Een termijn van ruim twee jaar achten wij daarom erg lang, onnodig en onwenselijk.
(2) Scheffels, J. & Lavik, R. (2013). Out of sight, out of mind? Removal of point-of-sale tobacco displays in Norway. Tobacco Control, 22, e37-e42.
Vraag3
Wat vindt u van het voorstel dat andere verkooppunten dan supermarkten tot 2022 uitgezonderd worden van het uitstalverbod?
De bescherming van de volksgezondheid (en van kinderen in het bijzonder) is (met recht) leidend bij de invoering van het uitstalverbod. Vanuit dit oogpunt pleiten wij ervoor om het verbod ook bij andere verkooppunten dan levensmiddelenzaken eerder in te laten gaan dan voorgesteld. Onderzoek uit Engeland – waar gekozen werd voor een implementatie in twee fases: eerst de grote verkooppunten, daarna de rest – beveelt aan om het uitstalverbod in één keer breed in te voeren in plaats van stapsgewijs, om zo jongeren optimaal te beschermen. Juist ook bij de verkooppunten die tijdelijk van het verbod waren uitgezonderd, bleek namelijk sprake van een relatie tussen blootstelling aan tabaksproducten en vatbaarheid voor roken onder jongeren.(3) Veel andere landen hebben er dan ook voor gekozen om het uitstalverbod in één keer in te voeren. Wat ons betreft zijn er geen overtuigende redenen om de andere verkooppunten dan levensmiddelenzaken nog ruim vier jaar de tijd te geven om tabaksproducten en aanverwante producten aan het zicht te onttrekken. De discussie over het uit het zicht halen van tabaksproducten en aanverwante producten, speelt al geruime tijd. De verkooppunten hebben zich dus al even kunnen voorbereiden op deze maatregel. Zij kunnen bovendien profiteren van de ervaringen die de afgelopen periode in diverse supermarkten al zijn opgedaan en leren van enkele andere verkooppunten, waaronder bepaalde tankstations, die reeds hebben geëxperimenteerd met het uit het zicht halen van tabaksproducten. De ontwerpregeling bepaalt dat tabaksproducten en aanverwante producten volledig aan het zicht dienen te worden onttrokken. Op welke wijze hieraan vorm wordt gegeven, is aan de verkooppunten zelf (zolang maar aan een aantal basisvoorwaarden wordt voldaan). Zij kunnen hierdoor kiezen voor een wijze van aan het zicht onttrekken, die past bij hun financiële en ruimtelijke middelen.
(3) Spanopoulos, D., Britton, J., McNeill, A., Ratschen, E. & Szatkowski, L. (2014). Tobacco display and brand communication at the point of sale: implications for adolescent smoking behaviour. Tobacco Control, 23, 64-69.
Vraag4
Wat vindt u van het voorstel dat een zelfstandig aankooptransactie via een tabaksautomaat niet meer is toegestaan vanaf 2022?
Wij zijn een groot voorstander van dit voorstel om verkopen zonder ter handstelling door tussenkomst van een verstrekkende persoon – waaronder de verkoop via tabaksautomaten – niet langer toe te staan. Ook hiervoor geldt: hoe sneller, hoe beter. Deze maatregel staat al jaren op de politieke agenda en sluit aan bij de internationale best practices. Zo bevelen de richtsnoeren voor de implementatie van artikel 13 van het WHO-Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging (FCTC) aan om de verkoop via tabaksautomaten te verbieden, omdat deze automaten alleen al door hun aanwezigheid een vorm van reclame voor en promotie van tabaksproducten zijn. Een dergelijk verbod zou daarnaast een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het verminderen van de toegankelijkheid van tabaksproducten voor jongeren (artikel 16 FCTC). Uit Nederlands onderzoek is herhaaldelijk naar voren gekomen dat de naleving van de leeftijdsgrens bij tabaksautomaten achterblijft en erg laag is (20,5% bij de laatste meting in 2016).(4) Jongeren kunnen op deze manier dus nog (te) eenvoudig aan tabaksproducten komen. Door de verkoop via automaten aan banden te leggen, worden kinderen verder beschermd tegen de verleiding om te gaan roken. Wanneer een dergelijk verbod met zich mee zou brengen dat op bepaalde plekken niet langer tabak verkocht mag worden, zou dit niet mogen betekenen dat bestaande verkoopbeperkingen worden opgeheven. Het aantal verkooppunten van tabaksproducten ligt op dit moment veel hoger dan het aantal verkooppunten van (bruin) brood. Dit past niet bij het dodelijke karakter van tabaksproducten.
(4) Roodbeen, R. & Schelleman-Offermans, K. (2016). Alcohol- & tabaksverkoop aan jongeren 2016. Landelijke naleving van de leeftijdsgrens van 18 jaar voor de Drank- en horecawet en Tabakswet. Nijmegen: Nuchter Kenniscentrum Leeftijdsgrenzen.