Besluit op de Jeugdverblijven

Reactie

Naam F Yilmaz
Plaats Venlo
Datum 29 juli 2015

Vraag1

U kunt reageren op het gehele voorstel.
De gemeenten krijgen de bevoegdheid om toezicht uit te oefenen op privaat gefinancierde jeugdverblijven. Deze maatregelen raken/overtreden de vrijheid van ouders t.a.v. hun (keuze)vrijheid over de wijze van opvoeding van hun kinderen. Onder meer door onaangekondigd en zonder toestemming de jeugdverblijven binnen te treden wordt de private levenssfeer en de emotionele veiligheid van de jongeren aangetast. Het is onduidelijk waar op gesanctioneerd zal worden en hoe ver de interpretatie van de toezichthouder kan gaan. Er worden hoge eisen opgelegd aan deze instellingen zonder rekening te houden met extra financiële en administratieve druk voor deze private vrijwilligersorganisaties. Zonder concrete en heldere aanleiding wordt een wet in het leven geroepen. Nederland heeft voldoende wet- en regelgeving om de veiligheid en goede ontwikkeling van de jongeren te waarborgen. Daar heeft deze wet geen extra toegevoegde waarde en lost het geen werkelijke problemen in de samenleving op. Het is onvoldoende duidelijk welke wijze de eisen getoetst en gehandhaafd gaat worden. Dit zorgt voor onzekerheid.
Wij, de ouders, de direct belanghebbenden, constateren dat hier disproportionele maatregelen worden geëist van private organisaties. Alhoewel het lijkt alsof hier enkel het belang van het kind dient, zien wij een wantrouwende ondertoon in de wettekst en AMvB. Het politieke debat ging nauwelijks over de veiligheid van onze kinderen, maar om zorgen over integratie en de onwenselijkheid van deze instellingen. De wet en AMvB bevat strenge eisen voor vertrouwenspersoon, onaangekondigd inspectiebezoek, zonder toestemming binnentreden, jaarlijkse inspecties en burgerschapseis. Veiligheid en gezondheid van onze kinderen centraal staat voor ons centraal, maar de wijze waarop de overheid en de politiek haar zorgplicht wenst in te vullen baart ons zorgen, en overtuigd ons niet. Wij zijn primair verantwoordelijk voor onze kinderen, maken hierin een bewuste en verantwoorde keuze en wensen het ook zo te houden. De overheid dient zich terughoudend op te stellen en niet voorbij te gaan aan ons ouderlijk gezag. Al deze aspecten zorgen voor een extra financiële last voor de organisaties, en indirect ook voor ons, de ouders. Door enerzijds deze initiatieven en indirect de ouders te belasten en anderzijds via een wetswijziging het recht op tweevoudig kinderbijslag in te perken, geeft de overheid blijk van ontmoediging en inperking van deze initiatieven. Dit alles is zorgelijk en onwenselijk.