Besluit op de Jeugdverblijven

Reactie

Naam mr. I. Kayhan
Plaats Rotterdam
Datum 26 juli 2015

Vraag1

U kunt reageren op het gehele voorstel.
Met de Wet- en Besluit op de Jeugdverblijven wordt aan de gemeenten de bevoegdheid geïntroduceerd om onaangekondigd en zonder toestemming de jeugdverblijven binnen te treden en hierdoor wordt de private levenssfeer en daarmee ook de emotionele veiligheid van de jongeren aangetast. Dit is voor de jongeren maar ook voor de ouderen zeer ongewenst. Het is onduidelijk waar op gehandhaafd en gesanctioneerd zal worden en hoe ver de mogelijkheid tot interpretatie van de toezichthouder zal strekken. Met het opleggen van verschillende aanvullende kwaliteitseisen worden hoge eisen opgelegd aan deze instellingen. Daarbij wordt nauwelijks rekening gehouden met de extra financiële en administratieve druk voor deze private en vrijwillige organisaties. Dit terwijl geen concrete en heldere aanleiding wordt genoemd voor het in het leven roepen van deze wet. Daarnaast kent Nederland voldoende bestaande wet- en regelgeving om de veiligheid en ongestoorde ontwikkeling van de jongeren te waarborgen. Daar heeft deze wet geen meer waarde en lost het geen problemen op. Wij, de ouders, de direct belanghebbenden van deze voorgenomen maatregelen, constateren dat deze Wet en Besluit op de Jeugdverblijven disproportionele maatregelen opleggen bij de private organisaties. Alhoewel het lijkt alsof het wetsvoorstel enkel het belang van het kind dient, zien wij een wantrouwende ondertoon in de wettekst. Dit kwam ook terug in de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer. Het debat ging daar nauwelijks over de veiligheid van onze kinderen, maar meer om zorgen over integratie en de onwenselijkheid van deze instellingen. Natuurlijk staat ook voor ons de veiligheid en gezondheid van onze kinderen centraal, echter de wijze waarop de overheid en de politiek haar zorgplicht wenst in te vullen baart ons zorgen en heeft ons niet overtuigd. Wij zijn zelf als direct betrokkenen primair verantwoordelijk voor onze kinderen, maken hierin een bewuste en verantwoorde keuze en wensen het graag ook zo te houden. De overheid dient zich terughoudend op te stellen en dient niet voorbij te gaan aan ons ouderlijk gezag. Al deze aspecten zorgen voor een extra financiële last voor de organisaties, en indirect ook voor ons, de ouders. Door enerzijds deze initiatieven en indirect de ouders te belasten en anderzijds middels een wetswijziging het recht op tweevoudig kinderbijslag in te perken, geeft de overheid blijk van ontmoediging en inperking van deze initiatieven. Dit is een zorgelijke ontwikkeling.