Besluit regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid

Reactie

Naam VMRG (M. Fledderman)
Plaats Nieuwegein
Datum 13 september 2019

Vraag1

De Rijksoverheid wil graag van u horen of het voorliggende concept besluit volgens u uitvoerbaar is?
Concurrerend vermogen MKB
Verplichtingen voor producenten, zoals omschreven in de regeling wegen mogelijk onevenredig zwaarder voor het MKB. En het MKB is wel nodig voor de impact, want het vormt immers een substantieel deel van de BV Nederland. Bijvoorbeeld: een producent is een van de vele lokaal georiënteerde MKB bedrijven en heeft in de regeling de plicht tot een landelijk inzamelsysteem te komen en dito organisatorische- en financiële middelen en verslaglegging. Een producentenorganisatie biedt dan uitkomst, maar deze dient dan wel beschikbaar te zijn. En wat als dat niet zo is?

Aandachtspunt: een in de praktijk werkbare uitvoering van de regeling voor MKB-bedrijven en toetsing van afspraken en doelstelling voor de het MKB in de praktijk om level playingfield te behouden.

Vraag2

Zijn er nog aandachtspunten die u aan de Rijksoverheid mee wilt geven?
Risico interfereren van EPRs

Dit risico treedt mogelijk op, met name bij algemeen verbindendverklaringen, indien er sprake is van (complexe) samengestelde producten enerzijds en deelproducten anderzijds. Wat geldt dan als ‘eerste keer op de markt brengen?’. Het risico in de praktijk zal daaruit bestaan dat voor een product, bestaand uit meerdere deelproducten, betrokken partijen voor delen of samenstellingen mogelijk andere keuzes in producentenverantwoording en in te richten systeem willen maken. Krijgt dan het systeem dat zich richt op een zo hoogwaardig mogelijk in de kringloop terugbrengen en behouden van materialen, producten of elementen dan de voorkeur? Of het systeem die het samengesteld product recycled? anders? Het is nu mogelijk dat bij een algemeen verbindend verklaring een producent gedwongen wordt, in ieder geval te betalen, voor een laagwaardiger terugbrengen van materialen in de kringloop dan zijn/haar keuze. Basis zou ten aller tijde moeten zijn dat er ruimte is voor innovatie en (groepen van) producenten zonder enige vorm van onnodige marktverstoring in innovatief, juridisch, financieel of ander opzicht voor de meest vooruitstrevende optie kunnen gaan.

Aandachtspunt: Een mogelijke oplossing ligt in de wijze van formulering van doelstellingen, zodanig dat meerdere ERPs en producentenorganisaties (en misschien zelfs avv’s) naast elkaar kunnen bestaan, ongeacht of ze een andere plaats/niveau in een samengesteld product innemen. Afdrachten voor kostendekkend recyclen (of andere opties t/m re-use), dienen te vloeien naar het systeem (en producentenorganisatie) waarbinnen een producent daadwerkelijk acteert voor de recycling van het (samengesteld) product.

Hoe komen tot doelstellingen

De regeling is niet expliciet over hoe tot doelstellingen EPR gekomen wordt, welke naast een vrijwillige keuze ook bij een amvb of ministeriele regeling kan worden opgelegd. Voor doelstellingen en wat (bij de huidige stand der techniek, toekomstige innovatie) mogelijk is, lijkt de kennis van de (vooruitstrevende) producenten en hun partners in de circulaire economie meer dan wenselijk. In mijn beleving wordt dit gesprek in de praktijk tussen overheid en sectoren gelukkig wel aangegaan. Het lijkt mij verstandig dit in de toekomst structureel te borgen, zeker daar waar mogelijk sprake zal zijn van een opgelegde regeling of er sprake is van voorgaand punt.

Vraag3

Hebt u vragen, aanvullingen of opmerkingen? Op alle onderdelen van het besluit en de toelichting kan worden gereageerd.
Last but not least

Uitgebreide productenverantwoordelijkheid is een middel om circulaire doelen te bereiken. Er zijn ook goede voorbeelden, waarbij met andere middelen en andersoortige afspraken deze zelfde doelen te bereiken zijn. Het lijkt verstandig om binnen ieder traject in aanloop naar een EPR daar ook oog voor te hebben en evenzo mee te nemen in de overwegingen om te komen tot de best passende aanpak om de circulaire doelen te bereiken.