Vaststelling bijdragen en wegingsfactoren kunststofproducten voor eenmalig gebruik 2024
Reactie
Naam | Anoniem |
---|---|
Plaats | Harderwijk |
Datum | 19 juli 2024 |
Vraag1
U kunt tot en met 26 augustus 2024 via deze website reageren op alle onderdelen van het conceptbesluit en de toelichting.1. De artikelen van het besluit: zijn er redenen om aan te nemen dat er informatie mist op basis waarvan de bedragen en verdeelsleutels aangepast moeten worden? Zo ja, dan dit graag goed onderbouwd toelichten.
2. De algemene toelichting: maakt de toelichting voldoende duidelijk op welke wijze de bedragen en verdeelsleutels tot stand zijn gekomen? Zo nee, dan dit graag goed onderbouwd toelichten.
3. De artikelsgewijze toelichting: maakt de toelichting voldoende duidelijk op welke wijze de bedragen en verdeelsleutels tot stand zijn gekomen? Zo nee, dan dit graag goed onderbouwd toelichten.
1. Besluit vaststelling:
- In het besluit staan andere begripsbepalingen dan die verderop in het stuk gebruikt worden. Er wordt van 'grote steden' gesproken, die vervolgens in het uitvoeringsbesluit 'grote gemeenten' genoemd wordt.
- Daarnaast is het dubbelop dat een grote gemeente een hogere vergoeding ontvangt. Als dit gebaseerd is op cijfers die de gemeenten hebben aangeleverd, is dat natuurlijk niet vreemd. Bij kleine gemeenten is niemand volledig beschikbaar om de cijfers in beeld te krijgen. Deze kosten zijn verdisconteerd in 'afval' of de 'buitendienst' en daarmee dus niet direct toe te rekenen aan zwerfvuil. In kleinere gemeenten heerst ook een groter gemeenschapsgevoel en zijn gebonden aan vrijwilligers die helpen de omgeving schoon te houden. Dit wil niet zeggen dat die kosten er niet zijn.
Grotere gemeenten in inwoneraantal, wil nog niet zeggen dat het gebied dat schoon gemaakt en gehouden moet worden ook echt groter is. Nu is het dubbelop, kleinere gemeenten wat inwoneraantal betreft, ontvangen lagere vergoedingen én een lager percentage. Dat lijkt mij niet juist. Het probleem is niet groter of minder groot in een grotere of kleinere gemeente. Bovenal verwaait zwerfafval, daarmee zou men in een landelijker gebied meer problematiek kunnen ervaren van zwerfvuil in de natuur dan in een grotere stad. Daarbij speelt het al dan niet aanwezig zijn van rivieren bij een gemeente ook een grote rol op zwerfvuil.
2. Beleidskompas- Bij 1c staat: "€80 miljoen euro daarvan is toe te rekenen aan kunststofproducten" dat is onjuist! 80 miljoen is aan AFVALBAKKEN toe te rekenen.
3. De toelichting maakt niet voldoende duidelijk hoe de verdeelsleutels tot stand zijn gekomen. De uitwerking van het besluit is niet juist en ook niet onderbouwd waarom de hoogte in artikel 7 op deze manier verdeeld is. Er staat zelfs dat de bedragen een schatting zijn en dit nog aangepast wordt in artikel 4B, maar wanneer dat gaat gebeuren is niet te vinden.
Daarnaast staat ook dat de bijdragen per product op hele centen naar beneden zijn afgerond, opdat producenten in ieder geval niet teveel hoeven te betalen. Het lijkt mij vreemd dat de vergoedingen opgesteld worden, om de natuur een handje te helpen. Waarom zou er dan niet voor gezorgd worden dat de producenten het werkelijke bedrag betalen (in plaats van 'niet teveel')?