Wijziging Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie
Reactie
|
Naam
|
Gemeente Apeldoorn (mr PJH van den Brand)
|
|
Plaats
|
Apeldoorn
|
|
Datum
|
14 oktober 2016
|
Vraag1
Op het naleven van het Besluit wordt toegezien door de GGD. Zijn de voorgestelde wijzigingen handhaafbaar en uitvoerbaar?
Het kwalificatiedossier van artikel 4 (derde lid) en het anderszins aannemelijk maken van voldoende deskundigheid zal in de huidige formulering van het Besluit interpretatieverschillen in het land te zien geven. Er ontbreekt een toetsingsmaatstaf. Een certificaat voor Kaleidoscoop en Startblokken zal ongetwijfeld afdoende zijn, maar geldt dat ook voor andere voorschoolse programma's? Ligt het dan niet in de rede een lijst van erkende programma's te hanteren? (b.v. in een bijlage van het Besluit op te nemen). Komt er geen eis van hercertificering, een element dat in de vragenlijsten van de Onderwijsinspectie naar voren kwam? Kortom: ik adviseer aanscherping.
Mij bevreemdt het negende lid van artikel 4. Er hoeft bij twee verplichte pedagogisch medewerkers er maar éen te voldoen aan de specifieke kwalificatie-eisen. Dit doet ingrijpende afbreuk aan het kwaliteitsniveau in de groep. Er is verschil in niveau, er ontstaat begripsverwarring en de kenmerkende en gevalideerde aanpak van het programma kan leiden tot conflicten op de werkvloer. Je kunt dan niet goed een observatiesysteem en het OGW toepassen Advies: stel dezelfde eisen aan de tweede leidster.
