Besluiten tolkvoorzieningen auditief beperkten Wmo 2015 en Participatiewet

Reactie

Naam Dr. SH Muller
Plaats Amsterdam
Datum 12 januari 2019

Vraag1

Zijn deze besluiten effectief in het te bereiken doel en zijn er verbeteringen mogelijk?
Dit besluit is niet zo effectief als mogelijk in "het verhogen van het gebruiksgemak". Organisaties moeten op wat bredere gronden een tolkdienst kunnen aanvragen. Zie de onderbouwing hieronder.

Ik reageer op deze internetconsultatie omdat de toewijzing aan organisaties te restrictief is.
Nederland wordt met deze regeling gesplitst in een maatschappij voor horenden en een aparte maatschappij voor personen met een auditieve beperking waarvoor speciale activiteiten worden georganiseerd. Daarmee kan niet voldaan worden aan het VN verdrag voor de maatschappelijke participatie en is deze regeling in strijd met de Wet en Het besluit toegankelijkheid voor personen met een handicap of chronische ziekte.

Het probleem zit in de formulering van artikel 4a.2.b:
" b. de instelling aantoont een of meerdere activiteiten voor personen met een auditieve beperking te organiseren;"
Dit zou geformuleerd moeten worden als:
" b. de instelling aantoont een of meerdere activiteiten voor personen met een auditieve beperking toegankelijk te maken;"

Met dit artikel worden, zoals het nu is geformuleerd, initiatieven om bijeenkomsten en voorstellingen gewoon wat beter toegankelijk te maken door regelmatiger een tolk in te zetten onmogelijk gemaakt.
Als voorbeeld: ik ben lid van een meerdere verenigingen met veel oudere leden. Als ik daar een schrijftolk inzet, heb ik al gauw vele meelezers die zelf (nog) geen tolkvoorziening (aangevraagd) hebben maar het zonder tolk eigenlijk niet kunnen volgen. Deze verenigingen hebben mij al gevraagd of zijn niet zelf die tolk kunnen regelen en dat dan ook aan kunnen kondigen. Maar dit zijn in strikte zin geen "activiteiten voor personen met een auditieve handicap". Het gaat om gewone vergaderingen waarbij meerdere personen deze voorziening nodig hebben.

Ik maak me hier zorgen over, omdat UWV in de werksituatie altijd zo de meest strikte interpretatie van de wet heeft gehanteerd.

Deze regeling verhoogt dus ook niet zoals beoogd het gebruiksgemak. Als organisaties geen tolkvoorziening kunnen regelen, zal ik dus altijd zelf iets moeten regelen, en ook de benodigde uren, om vervolgens te merken dat bij dezelfde bijeenkomst anderen de voorziening hadden kunnen meegebruiken.

Vraag2

Is de toelichting op de besluiten duidelijk en/of zijn er verbeteringen mogelijk?
De toelichting gaat niet in op de in eisen die aan organisaties die gesteld worden (artikel 4.a.2) en de achtergronden hiervan. Daar is verbetering mogelijk.