Besluit en regeling inburgering
Reactie
Naam
|
Stichting Het Begint met Taal (Sylvia de Groot Heupner)
|
Plaats
|
Utrecht
|
Datum
|
28 september 2020
|
Vraag1
Graag vernemen wij uw reactie op het Besluit inburgering 20… en de Regeling inburgering 20..
Graag reageren wij hierbij op de internetconsultatie Besluit en Regeling inburgering. Wij zijn in het algemeen positief over het nieuwe wetsvoorstel inburgering. Dat gemeenten straks taalmaatjes - taalcoachtrajecten - in alle leerroutes kunnen inzetten stemt ons tevreden. Door taalcoaching beleidsmatig en financieel te verankeren aan taalles, zorgen we ervoor dat inburgeraars zich de Nederlandse taal sneller en effectiever eigen maken en succesvol kunnen meedoen op de arbeidsmarkt.
De nieuwe wet maakt onderscheid in de (financiële) ondersteuning van de diverse groepen inburgeraars. Gezinsmigranten en overige migranten blijven zelf verantwoordelijk voor de financiering van het inburgeringsonderwijs voor taal en KNM. Uit onze ervaring blijkt dat gezinsmigranten - net als asielgerechtigden - extra aandacht nodig hebben bij het leren van de Nederlandse taal en kunnen participeren in de samenleving. Bij vrijwilligersorganisaties kloppen regelmatig gezinsmigranten aan met een minimaal netwerk, angst voor (extra) schulden en met (een partner met) een beperkt ‘doenvermogen’. Uit recent onderzoek naar de participatie van Marokkaanse gezinsmigranten blijkt daarnaast dat zij zelf ook pleiten voor een intensief en verplicht inburgeringstraject waarbij een aanzienlijk deel praktijkgericht is en voorziet in de behoefte aan uitbreiding van het (sociaal) netwerk en oriëntatie op doorstroommogelijkheden na de inburgering.
In het nieuwe stelsel zullen gezinsmigranten een nóg groter beroep doen op goedkope, taalcoaching in plaats van professioneel, formeel taalonderwijs. Terwijl dit informele aanbod niet bedoeld is voor niveauverhoging, maar voor het extra oefenen en inslijpen van de taal. Hierdoor komt een grote druk op vrijwilligersorganisaties te liggen: zij bereiken hulpvragers die zij niet kunnen bieden wat zij nodig hebben. Ons verzoek aan het Rijk is dan ook om gemeenten extra te helpen bij hun ondersteuningsaanbod aan gezinsmigranten.
Wij danken u bij voorbaat voor het betrekken van bovengenoemde aandachtspunten in de uitwerking van het beleid en denken hierin graag met u mee.
Hartelijke groet,
Nel Buis & Sylvia de Groot Heupner, Stichting Het Begint met Taal
Bijlage