Besluit voorschriften keuzedelen

Reactie

Naam Rijn IJssel (Dhr. FM Van Duinhoven)
Plaats Arnhem
Datum 29 april 2015

Vraag1

In het wijzigingsbesluit EKB WEB is opgenomen dat bij de examinering van keuzedelen dezelfde waarderingswijze geldt als voor de specifieke examenonderdelen (c.q. kerntaken).

Wat vindt u hiervan?
Wat vindt u hiervan?
Ik vermoed dat het een probleem wordt om aan de keuzedelen dezelfde eisen te stellen als aan de overige examenonderdelen. Hier zijn twee redenen voor:
• De vraag is of alle keuzedelen voldoende concreet zijn om deze te kunnen omzetten in gelijkwaardige en valide examens;
• Er zijn keuzedelen die aan meerdere kwalificatiedossiers worden gekoppeld, maar waarvan de inhoud aangepast moet worden aan de inhoud van de opleiding (voorbeeld: Engels in beroepscontext A2; hoe wil je dit beroepsgericht examineren in een breed ingezet keuzedeel);
• Gaat ook voor keuzedelen de verplichte externe legitimering of inkoop gelden? Zo ja, dan bemoeilijkt de procedure van vaststelling keuzedeel/ontwikkelen examens/legitimering examens mogelijk de flexibiliteit die beoogd wordt door invoering van keuzedelen. Het zorgvuldig volgen van dit traject vraagt namelijk enige doorlooptijd.

Vraag2

In het huidige EKB WEB is nu voor de specifieke examenonderdelen de mogelijkheid opgenomen voor een eindwaardering in cijfers (van 1 tot en met 10) bij hantering van een tienpuntsschaal, of in woorden (een reeks van negen aangegeven woorden) bij hantering van een drie- tot en met een negenpuntschaal. Door instellingen is aangegeven dat zij ook graag bij hantering van een tienpuntsschaal de eindwaardering willen kunnen uitdrukken in woorden. Daarom is in het wijzigingsbesluit EKB WEB voor de eindwaardering een extra woord toegevoegd, zijnde ‘bijna voldoende’. Hiermee hebben instellingen de mogelijkheid om bij specifieke examenonderdelen (en straks ook bij keuzedelen) de eindwaardering uit te drukken in een cijfer van 1 tot en met 10 of in een reeks van tien woorden.

Wat vindt u van de toevoeging van het woord ‘bijna voldoende’ en van het feit dat een instelling straks tien in plaats van negen woorden kan gebruiken om een eindwaardering uit te drukken?
• Het toevoegen van ‘bijna voldoende’ levert geen bijdrage aan het vergroten van de transparantie. Bijna voldoende is geen voldoende en dus gelijk aan ‘onvoldoende’. Als er behoefte is aan een fijnmaziger aanduiding van resultaten kan beter met cijfers gewerkt worden.

Vraag3

In het besluit is opgenomen dat een deelnemer aan de examencommissie kan verzoeken tot het meenemen van het examenresultaat voor een keuzedeel waarin hij in het kader van een eerder door hem gevolgde beroepsopleiding examen heeft afgelegd, maar dat niet met goed gevolg door hem is afgesloten. Dit voorkomt dat de deelnemer zich nogmaals zou moeten inzetten voor hetzelfde keuzedeel, terwijl hij dit al heeft gevolgd en het examen heeft afgelegd en daarmee aan de aanvullende diplomavoorwaarde heeft voldaan.

Wat vindt u hiervan?
(NB Als het keuzedeel eerder wel met goed gevolg is afgesloten, kan vrijstelling worden gevraagd.)
• Het is niet gebruikelijk en niet logisch om ergens vrijstelling voor te geven als het eindresultaat of eindniveau niet is behaald. Deze insteek zou kunnen leiden tot de indruk dat de keuzedelen er ‘niet toe doen’. Meer voor de hand liggend is het om
o het resultaat voor hetzelfde keuzedeel te verbeteren
of
o verplicht een ander keuzedeel te volgen.

Vraag4

De Wet educatie en beroepsonderwijs bepaalt in artikel 7.2.3 dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat aan onderdelen van een kwalificatie of kwalificaties een certificaat is verbonden. Door het ministerie van Economische Zaken is dit al gedaan voor het groene beroepsonderwijs, door middel van het Besluit certificaten groen beroepsonderwijs en de Regeling certificaten groen beroepsonderwijs. Het wetsvoorstel Herziening kwalificatiestructuur mbo maakt het mogelijk dat er ook certificaten aan keuzedelen worden verbonden. In de brief Toekomstgericht mbo is aangekondigd dat ook voor het overige (zijnde niet-groene) deel van het beroepsonderwijs onderdelen van kwalificaties en keuzedelen worden aangewezen waarvoor certificaten uitgereikt kunnen worden. Dit besluit biedt de grondslag voor een ministeriële regeling waarbij onderdelen van kwalificaties en keuzedelen worden aangewezen waarvoor een mbo-instelling een certificaat mag uitreiken aan de deelnemer.
Met een certificaat kan een deelnemer, in het geval hij niet het diploma heeft behaald, aantonen dat hij wel een bepaald onderdeel van een kwalificatie of een keuzedeel heeft behaald. Dit kan op de arbeidsmarkt of bij een vervolgopleiding nut hebben, bijvoorbeeld voor vrijstellingen, of om bepaalde beroepshandelingen uit te mogen oefenen.

Wat vindt u hiervan?
(U hoeft hier geen concrete ideeën te geven van onderdelen van kwalificaties en keuzedelen waaraan u graag wilt zien dat een certificaat wordt verbonden. Hierover wordt de SBB om een advies gevraagd.)
• Als certificaten voldoende civiel effect hebben (bekend zijn binnen de branches en daar draagvlak hebben), hebben deze een daadwerkelijke meerwaarde voor de studenten die niet aan alle eisen van een opleiding kunnen voldoen. Daarnaast kan met certificaten beter worden aangesloten op de behoefte van de arbeidsmarkt.

Vraag5

Heeft u nog overige opmerkingen bij het ontwerp-wijzigingsbesluit?
• In artikel 3B wordt aangegeven dat vrijstelling kan worden gegeven voor een examenonderdeel is afgeloegd als onderdeel van een beroepsopleiding van eenzelfde of hoger opleidingsniveau.
Bij doorstroom van een niveau 2 naar een niveau 3 opleiding is geen sprake van eenzelfde of hoger opleidingsniveau. Dit zou betekenen dat geen vrijstelling gegeven mag worden voor Nederlands 2F en Rekenen 2F als een student doorstroomt van niveau 2 naar niveau 3. Dit is niet logisch, omdat het dezelfde examens 2F betreft. Wat is de relevantie van het opleidingsniveau bij deze examens?