Besluit Harmoniseren inkomensbegrip oWajong, Wajong2010, Wajong2015 en Besluit garantiebedrag Wajong
Reactie
Naam | M. Schoneveld |
---|---|
Plaats | Den Haag |
Datum | 10 februari 2020 |
Vraag1
Het doel van deze consultatie is tweeledig:1. Het informeren van de samenleving over de voorgestelde maatregelen;
2. Het verzamelen van reacties over de inhoud van het wetsvoorstel.
Bij de berekening van het garantiebedrag wordt er voor een vaste beperkte periode van maximaal 3 maanden gekozen. Voor mensen die langer dan 3 maanden, en zeker voor degenen die het hele jaar inkomen hebben genoten, kan vaststelling van het garantiebedrag over zo’n beperkte periode nadelig zijn. Immers mocht men toevallig in (1 van) de 3 maanden een hoger inkomen hebben genoten (bv. door wisselende inkomsten of uitbetaling van eenmalige extra’s op het basisloon) dan werkt dit door in het garantiebedrag en kan de ‘garantie’ aanzienlijk lager uitvallen dan wanneer het garantiebedrag over een langere periode loon ontvangen, wordt berekend. Dit eenmaal vastgestelde lagere garantiebedrag kan dan niet meer wijzigen en blijft dan jarenlang doorwerken op de inkomenssituatie van een jonggehandicapte. Dit betekent dus een achteruitgang t.o.v. oude situatie. Dit terwijl er door de staatssecretaris is gezegd dat de Wajongers die nu al werken er door de harmonisatie niet (direct) op achteruit zullen gaan.
Het in 1 of 2 maanden genieten van een hoger inkomen, mag mijn inziens niet zoveel invloed hebben op een garantiebedrag welke de rest van de jaren min of meer vaststaat. Het zou redelijk en eerlijk zijn als er wordt gekeken naar een periode die representatief is wat betreft het inkomen. Heeft een Wajonger in 2020 meer dan 3 maanden gewerkt, dan moet het mogelijk zijn naar een langere periode te kijken, of in elk geval een periode die representatief is in het individuele geval. Als een Wajonger het hele jaar 2020 heeft gewerkt, moet er gekeken worden naar het gemiddelde inkomen van het hele jaar. Technisch hoeft dit niet heel ingewikkeld te zijn. UWV werkt nu ook met een voorschot op de Wajonguitkering en pas achteraf wordt berekend of het bedrag lager of hoger is dan in eerste instantie vastgesteld. De nu werkende Wajonger is dus al gewend aan werken met daarnaast een voorschot, en waarvan het bedrag later definitief lager of hoger kan uitvallen. UWV zou ook in januari 2021 (en eventueel februari) nog een voorschot (op het garantiebedrag) kunnen geven, en dan in februari 2021 (of maart) definitief het garantiebedrag kunnen berekenen met de inkomensgegevens over 2020.