Wijziging Besluit energie vervoer REDIII
Reactie
Naam | Anoniem |
---|---|
Plaats | Venlo |
Datum | 2 december 2024 |
Vraag1
U kunt tot en met 6 december 2024 via deze website reageren op alle onderdelen van het besluit en de toelichting.1. Welk effect verwacht u dat de aanpassing van het besluit heeft op uw organisatie?
2. Er wordt voorgesteld dat er verplichtingen komen tot en met 2030. Is die horizon lang genoeg om investeringen te nemen? Moet Nederland ook na 2030 verplichtingen instellen?
3. Kan uw bedrijf uit de voeten met de voorgestelde wijzigingen? Waarom wel/niet?
4. Is de vrije ruimte in uw sector van waarde? Of kan het net zo goed of zelfs beter zonder?
Hierna volgt de reactie van de gemeente Venlo op de voorgenomen wijzigingen in het Besluit Energie Vervoer 2026, zoals het ministerie van I&W deze heeft gepubliceerd.
• Het ministerie stelt voor om walstroom uit te sluiten van het systeem voor hernieuwbare energie (ERE-systematiek) omdat deze stroom niet uitsluitend voor voortstuwing wordt gebruikt.
• In mei 2023 hebben IenW en BOZ-zeehavens een intentieverklaring getekend om walstroomprojecten te stimuleren. De uitsluiting van walstroom uit de ERE-systematiek draagt niet bij aan een stimulerend beleidskader.
• Het genereren van Hernieuwbare Brandstofeenheden (HBEs)(EREs) is van belang voor de financiële haalbaarheid van walstroomprojecten. Het uitsluiten van walstroom uit de ERE-systematiek zou deze projecten financieel onaantrekkelijker maken, zelfs onmogelijk.
• Walstroom helpt direct bij het verminderen van CO2-emissies door het gebruik van fossiele brandstoffen te verminderen. Het draagt ook bij aan het verminderen van stikstofemissies, direct (door vermindering uitstoot schepen) en indirect (vermindering depositie resulteert in ruimte voor mogelijke klimaatprojecten), wat belangrijk is voor de naleving van nationale en Europese klimaatdoelen.
• De gemeente Venlo benadrukt dat de emissies van stilliggende schepen wel degelijk onderdeel zijn van de mobiliteitssector en dat walstroom een belangrijke rol speelt in het verminderen van deze emissies.
• De gemeente Venlo is tegen het uitsluiten van het hotelverbruik uit de ERE-systematiek, maar indien I&W het hotelverbruik wenst uit te sluiten van de ERE-systematiek, dient het dat ook te doen voor het brandstofgebruik als gevolg van het hotelverbruik, en niet alleen voor walstroom.
• De huidige stimuleringsmaatregelen, zoals belastingvoordelen, verplichtingen en subsidies, zijn onvoldoende om walstroom breed uit te rollen. Het uitsluiten van walstroom uit de ERE-systematiek zou deze situatie verergeren.
• Het aantonen van de bestemming van de geleverde elektriciteit via een walstroomaansluiting en/of batterij (voor voortstuwing of andere functies) is praktisch onuitvoerbaar.
Conclusie: De gemeente Venlo pleit ervoor om walstroom op te nemen in de ERE-systematiek, omdat het bijdraagt aan de reductie van ketenemissies en de huidige stimulerings- en verplichtingsmaatregelen onvoldoende zijn. Het uitsluiten van walstroom zou de haalbaarheid van walstroomprojecten ernstig kunnen belemmeren.