Wetsvoorstel bevoegdheden schoolonderwijs jonge en oudere kind

Reactie

Naam Platform Beroepskwaliteit BVMBO (T Rekkers)
Plaats Den Dungen
Datum 24 december 2020

Vraag1

Hoe beziet u het voorstel voor nieuwe bevoegdheden, mogelijk ook met het oog op arbeidsmarktperspectief? En moeten bekwaamheidseisen hierop aangepast worden? Zo ja, hoe?
Het is wenselijk is om het huidige stelsel van bevoegdheden zo te laten en het te verbeteren daar waar het moet.

Vraag2

Welke leeftijdsgrens (of jaarlaag-grens) zou u hanteren voor het jonge en het oudere kind – en waarom? Of op welke manier zou u dit willen bepalen?
het jonge kind tot en met het zesde levenjaar, het oudere kind tot en met het 12e levensjaar en de puber tot en met het 15e levensjaar

Vraag3

Vindt u het nodig om de toelatingseisen voor de pabo aan te passen aan de nieuwe bevoegdheden? Zo ja, hoe zou u deze willen vormgeven?
Hanteer het het bestaande bevoegdhedenstelsel en verhoog de toelatingseisen en verbeter de pabo-opleiding en verhoog de komende vijf jaar de salarissen van de leerkrachten met 100% over de hele lijn.

Vraag4

Heeft u nog aandachtspunten bij het moment van inwerkingtreding van wetgeving per studiejaar 2022-2023?

Academisch opgeleiden (masters en 1e graders) weer in het mbo verwelkomen en ook stages aan bieden voor deze 1e graders. Het mbo is nu blijkbaar geen onderwijsgebied voor de stagiares van de 1e graads-opleidingen.

Het verschijnsel brede inzetbaarheid te beperken tot de essentie van het beroep (dus geen docenten Engels, het vak lassen laten geven of docenten bloemschikken (=Niveau 4) vakken als burgerschap laten geven.

De mogelijkheid dat werkgevers in het mbo leraren bevoegd kunnen verklaren, om dat helemaal af te schaffen en dat bij een onafhankelijk instituut (lees lerarenopleiding) neer te leggen.

Ook is er de behoefte in het mbo om lerarenopleidingen meer en beter geschikt te maken voor het opleiden van leraren in het mbo, middels speciale modules en/of minors (zowel vakinhoudelijk als didactisch). In de techniekopleidingen is er dat al wel, maar het kan veel beter en meer.

En tot slot zal het mogelijk gemaakt moet worden dat zij-instromers in het mbo (uit het werkveld) en doorstromers uit de pabo’s, hun ontbrekende zaken via een vorm van landelijk erkende evc-trajecten aan kunnen vullen om te voorkomen dat ze verzeild raken in onnodig langdurige verplichtte Pedagogisch Didactisch Getuigschrift -trajecten.

Er bestaan al hele korte PDG trajecten op verschillende mbo-scholen, die niet met elkaar matchen of te weinig inhoud bieden, die dus iedereen dan voor de vorm afwerkt. Papiertje gehaald en klaar. Dit willen we ook voorkomen en afschaffen, door een en ander via landelijk erkende lerarenopleidingen te laten verlopen.

Het mbo kent een Professioneel Statuut (2009). Hierin is bepaald dat de zeggenschap over het hoe (de inhoud)van het onderwijs bij de onderwijsteams en de docenten ligt. Dit PS moet het uitgangspunt zijn en

Bijlage